2.6 & 2.7: Tabellen & grafieken

• Financieel 2
• MBO
• Studiejaar 3

Vorige week 

hoofdstuk 2.4 & 2.5

Vraag 19 t/m 24

Nog vragen? 

Deze week

2.6: Tabellen

2.7: Grafieken

2.8: Indexcijfers

2.6: Tabellen

Om gegevens overzichtelijk te ordenen kun je gebruik maken van een tabel. 

Met name om verschillen te vergelijken

Tabellen

Voor vergelijken van:

- Verschillende periodes

- Verschillende bedrijven

- Verschillende afdelingen

- Verschillende doelgroepen

- Verschillende producten

- Verschillende productgroepen

Tabellen

- Absolute getallen:

getallen die op zichzelf staan. Bijvoorbeeld omzet, afzet, aantal klanten

- Relatieve getallen:

Getallen die in procent van een ander getal zijn uitgedrukt

- Klassen:

Gegroepeerde gegevens. Bijvoorbeeld 20-25 jaar

frequentietabellen

in een frequentietabel staat weergegeven hoe vaak een 

bepaalde situatie is voorgekomen

bijvoorbeeld:

- Aantal klanten en aantal betalende klanten

- besteding per klant

- Aantal artikelen per klant

- Aantal klanten per tijdseenheid

frequentietabellen

in een frequentietabel staan vaak absolute getallen én relatieve getallen.

vaak eerste kolom de absolute frequentie van de verschillende klassen

tweede kolom de absolute cumulatieve frequentie

derde kolom de relatieve frequentie

vierde kolom de relatieve cumulatieve frequentie

Cumulatieve = opgeteld 

2.7: Grafieken

• Lijndiagram
• Staafdiagram
• Cirkeldiagram
• Histogram
• Polygoon
• Spreidingsdiagram
• Beelddiagram en infographic 

Cirkeldiagram

Staafdiagram

Lijndiagram

Histogram

Polygoon

Spreidingsdiagram

Beelddiagram

Infographic

Huiswerk

Vragen 25 t/m 31

Aanstaande donderdag ronden we hoofdstuk 2 af.