10.3 - Halfgeleiders

Halfgeleiders
hoofdstuk 10 paragraaf 3
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Halfgeleiders
hoofdstuk 10 paragraaf 3

Slide 1 - Diapositive

Halfgeleiders
Halfgeleiders zijn elektrische componenten die je kunt terugvinden op printplaatjes in verschillende apparaten.
Halfgeleiders laten de stroom maar in 1 richting door.
Voorbeelden:
  • diode
  • LED
  • transistor

Slide 2 - Diapositive

De diode
Een diode kan de stroom maar in 
1 richting 'doorlaten'. 

Als je een diode aansluit op een
batterij (gelijkspanning) dan moet
je de diode in de juiste richting aansluiten.
Een diode kent een 'doorlaatrichting' en een 'sperrichting'.

Slide 3 - Diapositive

De diode (2)
De '+' van de batterij (het lange streepje moet aangesloten worden op de 'doorlaatrichting'.
De '-' van de batterij op de 'sperrichting'.
Doorlaatrichting


Sperrichting

Slide 4 - Diapositive

De diode (3)
Als een diode wordt aangesloten op wisselspanning (AC), dan laat de diode maar de helft van de stroom door.

Wordt wel doorgelaten
Wordt niet doorgelaten

Omdat de helft van de stroom doorgelaten wordt: halfgeleider

Slide 5 - Diapositive

De diode (4) toepassing
Diodes worden o.a. gebruikt in 'gelijkrichters'.
Een gelijkrichter zet wisselspanning (AC) om in gelijkspanning (DC)





Een gelijkrichter wordt o.a. gebruikt bij een adapter.

Slide 6 - Diapositive

De LED
Een bijzondere diode is de LED (Light Emitting Diode).
Ook een LED moet je op de juiste manier aansluiten om 
de stroom door te laten.

Het symbool van een LED:

Een LED werkt al bij een zeer kleine stroom. Daarom wordt
er vaak een weerstand voor de LED geschakeld. 

Slide 7 - Diapositive

De Transistor
Een transistor is ook een halfgeleider die de stroom maar in één richting doorlaat. Een transistor heeft echter 3 aansluitpunten:

Wij gebruiken met name de NPN-transistor met:
  • basis (B)
  • collector (C)
  • emitter (E)

Slide 8 - Diapositive

De Transistor (2)
Een transistor wordt vaak als schakelaar gebruikt.

Bij de basis zit een soort 'poortje' wat opgeduwd
wordt als er een elektrische stroom loopt.

Als het poortje wordt opgezet, dan kan er een stroom via de collector naar de emitter lopen en is de 2e stroomkring gesloten: de lamp gaat branden.

Slide 9 - Diapositive

De Transistor (3)
Een transistor kan ook gebruikt worden als versterker.

Hoe meer stroom er door de basis
loopt, hoe groter de stroom is die 
door de transistor loopt. Het geluid
wordt op deze manier versterkt.

Let op hoe de regelbare weerstand de hoeveelheid stroom regelt!

Slide 10 - Diapositive

aan de slag!
maken opdracht 54 t/m 70

Klaar? voorbereiden voor oefentoets (alle opgaven klaar?)

          rood = geluid 0 (iedereen is stil)
          oranje = geluid 0-1 (docent beantwoord vragen)
          groen =geluid 1 (Je mag zachtjes overleggen met buren)
timer
15:00
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Onthouden!

Slide 12 - Diapositive