Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
6.3 C
BTW + accijns
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag?
Start + welkom!
Hfdst.6: De Overheid
Par. 6.3 B: BTW en ACCIJNS
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
De overheid bestaat uit:
Rijksoverheid
Lagere overheden:
Provincies
Gemeenten
Waterschappen
Slide 6 - Diapositive
De rijksoverheid
Het rijk regelt vanuit Den Haag zaken die voor het hele land van belang zijn.
wetten maken
plannen bedenken
wetten controleren
Slide 7 - Diapositive
Inkomsten
De belangrijkste inkomsten van de overheid bestaan uit:
Kostprijsverhogende belastingen
belasting op inkomen
niet-belastingontvangsten
Slide 8 - Diapositive
Soorten belastingen
Kostprijsverhogend / indirect = bijvoorbeeld BTW/accijns
Belasting op inkomen/ direct = bijvoorbeeld inkomstenbelasting
Niet belastingontvangsten zijn bijvoorbeeld:
- verkoop aardgas
- boetes
- parkeergeld
- Retributies (paspoort, rijbewijs)
Slide 9 - Diapositive
BTW
BTW betekent Belasting Toegevoegde Waarde
De BTW is 21% of 9%.
De prijs zonder BTW noem je "exclusief BTW".
Exclusief BTW -> 100 %
De prijs met BTW noem je "inclusief BTW".
Inclusief BTW -> 121 % of 109 %
Slide 10 - Diapositive
Exclusief of Inclusief BTW
De verkoopprijs zonder BTW heet EXCLUSIEF BTW
(= 100%)
De consumentenprijs met BTW heet INCLUSIEF BTW
(en is altijd meer dan 100% --> 109% of 121%)
Slide 11 - Diapositive
Btw en consumentenprijs
BTW= Belasting toegevoegde waarde
9% btw-> levensmiddelen, boeken
21% btw-> standaard btw tarief
Consumentenprijs= verkoopprijs + btw
Slide 12 - Diapositive
Accijns
De overheid maakt bepaalde producten duurder omdat deze slecht zijn voor het milieu of de gezondheid. Hierdoor wordt het gebruik minder.
Benzine, tabak, alcohol
Slide 13 - Diapositive
Peter rookt elke dag een pakje sigaretten van € 6,- Als hij stopt met roken, wat bespaart hij dan per week?
A
€ 6,-
B
€ 60,-
C
€ 42,-
D
€ 30,-
Slide 14 - Quiz
Een pakje sigaretten kost €6,- Zonder accijns zou dit €1,80 zijn. Hoeveel geld gaat er per pakje naar de overheid?
A
€4,80
B
€4,20
C
€3,20
D
€3,50
Slide 15 - Quiz
Een pakje sigaretten kost € 6,- De accijns + BTW van één pakje is € 4,20 Peter rookt een pakje per week. Als hij stopt, wat mist de overheid aan inkomsten per jaar?