reflection on orals

Unit studentenleven
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Unit studentenleven

Slide 1 - Diapositive

lesdoel
Hoe bereid ik me voor op de individual oral assessments?
Wat moet ik weten en wat moet ik oefenen?

Slide 2 - Diapositive

schema tot aan de orals
vrijdag 28 feb-oefenen voor orals/papers prelims bespreken
maandag 3 maart-oefenen voor orals
vrijdag 7 maart-individuele afspraken om te oefenen (15 min pp)
maandag 10 maart-geen les
vrijdag 14 maart-ORALS

Slide 3 - Diapositive

Wat doen we vandaag?
-grades voor reading in MB
-paper reading doornemen

-luisteren naar audio orals als feedback 
-3 punten die je kan verbeteren 
evt met feedback cycle
oefenen met een spreekbeurt



Slide 4 - Diapositive

10-15 min
uitdelen reading assessment 
mark scheme op het bord
vragen?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Task 15-20 min
Luister naar de audio van je oral en lees je comments. 
FeedBACK: Hoe heb ik deze taak gedaan?
FeedUP: Wat zou ik doen als ik het weer deed? 
FeedFORWARD: Wat kan ik aanpassen of verbeteren voor het summative assessment?


Slide 7 - Diapositive

Wat is jouw belangrijkste verbeterpunt voor de final orals?

Slide 8 - Question ouverte

Spreekbeurt 10 min voorbereiden
-vertel in 3 minuten over een onderwerp dat jij interessant vindt in het Nederlands
-Bijvoorbeeld een hobby of interesse zoals gamen, boek, gebeurtenis in de vakantie, actueel onderwerp etc.
-Je mag een paar woorden op een briefje schrijven
-Na 3 minuten stellen andere leerlingen vragen
-Gebruik het digitale bord

Slide 9 - Diapositive

Mijn vakantie in Oostenrijk

Slide 10 - Diapositive

  toptips
-Relevante observaties en meningen over de stimulus en de Nederlandse cultuur.
-je mag dingen verzinnen
-gebruik verschillende tijden (past en present tense, perfectum, futurum)
-Gebruik woorden als ten eerste, ten tweede, tenslotte. 
Geen Engels meer. Geen simpele woordjes zoals leuk/niet leuk.

Slide 11 - Diapositive


Antwoord in volledige zinnen.
Bijvoorbeeld: Heb jij dit weleens meegemaakt?
Ja, ik ben vorig jaar in Zwitserland geweest.
Niet ja/nee
Extra lijst met bijvoeglijke naamwoorden in Quizlet

Slide 12 - Diapositive