Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Skelet
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Leerdoelen
De student kan de verschillende botten (beenderen) van het menselijk skelet benoemen
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Vidéo
Educatief filmpje
hier hoor je de functies en waarom het zo belangrijk is om een geraamte te hebben. schrijf op welke botten je organen beschermen en schrijf de combinaties van organen en botten op.
Het skelet
hoeveel botten denken jullie dat het skelet heeft?
waarom is het skelet zo belangrijk?
Slide 4 - Diapositive
meer dan 200 botten (206)
zonder skelet zou je soort van een pudding zijn. Je skelet geeft dus stevigheid.
Je ziet hier een skelet van een mens. De botten in het hoofd vormen samen de schedel. De wervelkolom draagt de schedel, bestaat uit wervels en loopt naar beneden toe tot aan het bekken. De borstkas bestaat uit de borstwervels, de ribben en het borstbeen. De schoudergordel bestaat uit twee schouderbladen en twee sleutelbeenderen. De heupbeenderen vormen de bekkengordel, kortweg het bekken genoemd.
In de ledematen (de armen en benen) zitten lange, buisvormige botten zoals het opperarmbeen, het dijbeen en het spaakbeen. Dit soort lange botten noem je pijpbeenderen. Aan de uiteinden van de ledematen kom je een hand of een voet tegen. Beide bestaan uit heel veel kleine botjes, waardoor heel precieze bewegingen mogelijk zijn.
De schedel bestaat uit 22 botten, de wervelkolom heeft er 26, in de voorkant van de borstkas zitten 25 botten, de schouders en armen tellen 64 botten en de heupen en benen hebben er 62. Probeer eens waar je ze kunt voelen.
De botten van de mens zijn heel verschillend van afmeting.
schedel
ribben
ellepijp
scheenbeen
heupbeen
vingerkootjes
borstbeen
opperarmbeen
knieschijf
schedelbeenderen
sleutelbeen
wervelkolom
spaakbeen
kuitbeen
teenkootjes
handwortelbeentjes
schouderblad
dijbeen
hielbeen
onderkaak
Geraamte onderdelen
Slide 5 - Diapositive
Skelet
Al je botten bij elkaar noem je geraamte of skelet. Al die botten zorgen ervoor dat je rechtop kunt staan en bewegen. Botten beschermen kwetsbare organen, bijvoorbeeld je longen en hart.
Ook zijn botten plaatsen waar spieren zich aan vast kunnen hechten.
Wat zijn de 4 functies van het skelet?
Opdracht: maak tweetallen 1 drietal en zoek op wat de 4 functies van het menselijk skelet zijn.
timer
5:00
Slide 6 - Diapositive
vraag de leerlingen of zij dit weten. In de volgende dia zie je het antwoord.
De 4 functies van het skelet
het skelet geeft stevigheid
het skelet zorgt voor de vorm
Het skelet geeft bescherming
Het skelet maakt beweging mogelijk
Slide 7 - Diapositive
Het skelet heeft meerdere functies:
• Het skelet beschermt kwetsbare organen. Voorbeelden:- De schedel beschermt de hersenen, - De ruggenwervels beschermen het ruggenmerg, - De borstkas beschermt het hart en de longen.
• Aan het skelet zitten spieren vast, waardoor je de botten kunt bewegen.
• Het skelet zorgt (samen met de spieren) voor de stevigheid van het lichaam.
• In de meeste botten worden bloedcellen gemaakt. Dit gebeurt in de grote pijpbeenderen en in
platte botten, zoals de schouderbladen, het borstbeen en de ribben.
• Het skelet en de spieren geven vorm aan je lichaam.
De ledematen
De armen en benen noem je ledematen
De ellepijp zit vast aan de pink
Slide 8 - Diapositive
Je armen en benen noem je de ledematen.
De delen van de arm zijn de bovenarm, de onderarm en de hand. Het bot in je bovenarm heet het opperarmbeen. In de onderarm zitten twee botten: het spaakbeen en de ellepijp. Het spaakbeen ligt aan de kant van de duim en heeft bij de pols een breed uiteinde. De ellepijp ligt aan de kant van de pink en vormt bovenaan de punt van je elleboog.
De hand bestaat uit acht handwortelbeentjes, vijf middenhandsbeentjes en veertien vingerkootjes. Elke vinger heeft drie vingerkootjes, met uitzondering van de duim die er twee heeft.
De delen van het been zijn het bovenbeen, het onderbeen en de voet. In het bovenbeen zit het
dijbeen, het langste bot van je lichaam. Het onderbeen bevat het scheenbeen en het dunnere kuitbeen. Van buiten kun je aan de voorkant van je onderbeen de scherpe rand van het scheenbeen voelen.
De voet heeft - net als de hand - veel botjes: zeven voetwortelbeentjes, vijf middenvoetsbeentjes en veertien teenkootjes. Eén voetwortelbeen, het hielbeen, is heel groot; dat is je hiel. Elke teen bezit drie teenkootjes, met uitzondering van de grote teen die er twee heeft.
Typen skelet
Slide 9 - Diapositive
Je hebt verschillende soorten skelet: inwendig skelet, uitwendig skelet en geen skelet. klik op de volgende dia.
Inwendig skelet
Bij een inwendig skelet zit het skelet aan de binnenkant van het organisme.
Slide 10 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Inwendig skelet
Slide 11 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Uitwendig skelet
Bij een uitwendig skelet zit het skelet aan de buitenkant van het organisme.
Slide 12 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Skelet
Sommige dieren hebben geen skelet, veel daarvan leven in het water
zeenaaktslak
Slide 13 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Skelet
Woordweb
spel
timer
5:00
Slide 14 - Diapositive
even tussendoor de leerlingen laten spelen. Een woordweb spel is een leuke maar ook een leerzame werkvorm om het met de hele klas te doen.
- spaakbeen
-
Bekken / Bekkengordel
Het bekken bestaat uit de heupbeenderen en het heiligbeen.
Slide 15 - Diapositive
De bekkengordel bestaat uit twee heupbeenderen en het heiligbeen. Elk heupbeen bestaat uit drie vergroeide botten: het darmbeen, het zitbeen en het schaambeen. Het heiligbeen zit hier stevig tussen geklemd. De bekkengordel is heel sterk en ondersteunt je lichaam bij het zitten, staan, lopen en springen.