5.2 Koude oorlog

5.2 Koude oorlog 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

5.2 Koude oorlog 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • kun je uitleggen welke tegenstellingen er tussen Oost en West ontstonden
  • weet je waardoor deze tegenstellingen groeiden
  • weet je hoe de Koude Oorlog dichtbij en ver weg gevoerd werd
  • kun je beschrijven hoe de Koude Oorlog eindigde 
Communisme
VS
Kapitalisme

Slide 2 - Diapositive

Koude Oorlog
  • 1945 - 1989
  • Het is nooit tot een echte oorlog gekomen -> er waren spanningen tussen het Oost- en Westblok. Hun ideeën verschilden en ze vertrouwden elkaar niet. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Westblok

West-Europa
Kapitalisme
Vrijemarkteconomie
Democratie 


leerdoel 1 Tegenstellingen
 Oostblok

Oost-Europa
Communisme
Planeconomie
Dictatuur 

Slide 5 - Diapositive

Splitsing van Europa 
IJzeren gordijn
Verenigde  staten vs Sovjet Unie 
Kapitalisme vs Communisme 
Finland zit nu ook bij de NAVO

Slide 6 - Diapositive

Duitsland wordt verdeeld
- Mensen in West Berlijn hadden het goed (vrijheid!)
- Mensen in Oost Duitsland en Oost Berlijn waren ontevreden
- Mensen vluchtten dus van Oost naar West
- Regering niet blij --> land liep leeg
-Oplossing: een muur om West Berlijn heen
De Berlijnse Muur (1961)



leerdoel 2 
groeiende tegenstellingen

Slide 7 - Diapositive

Het westen
Europa lag in puin na de oorlog

Amerika beloofde hulp door geld te geven: De Marshallhulp

Je kreeg dit geld alleen onder één voorwaarde: 
Je mocht niet  communistisch  worden, zoals de Sovjet Unie
Zo kwamen landen in het westen onder Amerikaanse invloed

Slide 8 - Diapositive

Samenwerking
Oprichting NAVO 1949:
  • Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO)
  • Militair bondgenootschap tussen de Westerse landen
  • Artikel 5

Oprichting Warschaupact 1955:
  • Militair bondgenootschap van de Sovjet-Unie

  • Tegenhanger van de NAVO

Slide 9 - Diapositive

NAVO
Warschaupact
Manier van verdediging 

Slide 10 - Diapositive

leerdoel 3. Koude Oorlog ver weg en dichtbij   Vietnamoorlog 
  • Na WOII:                                            
  • 1954: Vietnam onafhankelijk: Noord- en Zuid Vietnam

  1. Noord-Vietnam: communistisch
  2. Zuid-Vietnam: kapitalistisch

Slide 11 - Diapositive

Vietnamoorlog
Door de komst van de TV

- Kon iedereen deze oorlog toezien

- Zo kwam er meer twijfel over de VS als bondgenoot

Slide 12 - Diapositive

Koude Oorlog
-Twijfel nam nog meer toe 
VS wilde ook kernwapens in NL plaatsen. 

Veel kritiek van NL bevolking. 

Protesten en demonstraties. 

Slide 13 - Diapositive

Gorbatsjov

- Nieuwe leider Gorbatsjov ---> gevolg 
  • Er was veel armoede door de planeconomie en de wapenwedloop wat heel veel geld kostte. 
  • Russen kregen meer vrijheid. 
  • 1991 -> Communisme werd afgeschaft. 

Slide 14 - Diapositive

1990
  • Op 3 oktober 1990 werden Oost- en West-Duitsland weer één staat.
  • Duitsland. 

Slide 15 - Diapositive

Welk systeem hebben we in Nederland?
A
Communisme
B
Kapitalisme

Slide 16 - Quiz


        
West-Europa (blauw) & Oost-Europa (rood)
A
- Blauw is communistisch - Sovjet-Unie
B
- Rood is Kapitalistisch - Democratie
C
- Blauw is kapitalistisch - Democratie
D
- Rood is communistisch - Democratie

Slide 17 - Quiz

Hoe wordt de grens genoemd die dwars door Europa liep?
A
Berlijnse muur
B
IJzeren gordijn

Slide 18 - Quiz

Juist of onjuist?

De NAVO is een economisch samenwerkingsverband
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz


Wat was het doel van de militaire
bondgenootschappen als de NAVO en het Warschaupact?
A
Om samen de vijand te kunnen verslaan.
B
Om zoveel mogelijk kernwapens te hebben.
C
Om van alle Europese landen een democratie te maken.
D
Om elkaar te steunen als er een oorlog uitbreekt.

Slide 20 - Quiz

Wat is een vrijemarkteconomie?
A
Een economie waarin iedereen alleen maar winst maakt
B
Een economie waarin alleen de overheid bedrijven kan opzetten
C
Een economie waarin iedereen zelf een bedrijf kan opstarten.
D
Een economie met alleen Fairtrade producten

Slide 21 - Quiz

Zelfstandig werken
Maken opdracht 1 t/m 9 

Klaar? Leren voor het SO over 5.1 en 5.2
- Begrippen leren
- Samenvatting maken
- Elkaar overhoren

Slide 22 - Diapositive