Bloed en bloedsomloop

Thema 13: Transport en afweer
Basisstof 1 Bloed (blz. 98-102)
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 13: Transport en afweer
Basisstof 1 Bloed (blz. 98-102)

Slide 1 - Diapositive

Bloed bestaat uit:
  • bloedplasma (55%)
  • rode en witte bloedcellen (45%)
  • bloedplaatjes (<1%)

Slide 2 - Diapositive

Opgeloste stoffen:
  • voedingsstoffen
  • afvalstoffen
  • hormonen
  • bloedeiwitten
  • antistoffen

Slide 3 - Diapositive

rode beenmerg bevindt zich in de
  • koppen van de pijpbeenderen
  • platte beenderen

Slide 4 - Diapositive

Taak rode bloedcellen:
zuurstof vervoeren
hemoglobine = rode kleurstof die zuurstof bindt. Het bevat ijzer.

Slide 5 - Diapositive

Taak rode bloedcellen:
zuurstof vervoeren
hemoglobine = rode kleurstof die zuurstof bindt. Het bevat ijzer.
Rode bloedcellen bevatten geen celkern. Ze leven maar enkele weken; per dag worden er 5 miljard nieuwe bloedcellen aangemaakt. De oude worden afgebroken in de lever (galkleurstof; ijzer wordt hergebruikt).

Normale verhouding van rode en witte bloedcellen = 3000 : 1

Slide 6 - Diapositive

Taken witte bloedcellen:
  • ziekteverwekkers bestrijden
  • antistoffen maken
  • dode celresten opruimen
  • kankercellen bestrijden
witte bloedcellen hebben een celkern.
Witte bloedcellen gaan zich delen als er een infectie is.

Slide 7 - Diapositive

Taak bloedplaatjes:
korstje vormen op een wond
fibrinogeen = bloedeiwit dat bij de stolling helpt = grondstof voor fibrinedraden.

Slide 8 - Diapositive

Leukemie = "bloedkanker" (er worden foute bloedcellen gevormd)
  • foute / te weinig rode bloedcellen: snel moe
  • foute witte bloedcellen: extra vatbaar voor veel ziektes
  • te weinig bloedplaatjes: bloed stolt niet / makkelijk blauwe plekken

Slide 9 - Diapositive

Wat is de functie van rode bloedcellen?
A
bacteriën bestrijden
B
opgeloste stoffen vervoeren
C
wondjes afsluiten
D
zuurstof vervoeren

Slide 10 - Quiz

Wat is de functie van witte bloedcellen?
A
bacteriën bestrijden
B
opgeloste stoffen vervoeren
C
wondjes afsluiten
D
zuurstof vervoeren

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van bloedplaatjes?
A
bacteriën bestrijden
B
opgeloste stoffen vervoeren
C
wondjes afsluiten
D
zuurstof vervoeren

Slide 12 - Quiz

Wat is de functie van fibrinogeen?
A
bacteriën bestrijden
B
opgeloste stoffen vervoeren
C
wondjes afsluiten
D
zuurstof vervoeren

Slide 13 - Quiz

Wat is de functie van bloedplasma?
A
bacteriën bestrijden
B
opgeloste stoffen vervoeren
C
wondjes afsluiten
D
zuurstof vervoeren

Slide 14 - Quiz

Wat is de officiële benaming voor bloedkanker?

Slide 15 - Question ouverte

Over welk onderdeel wil je straks extra uitleg?

Slide 16 - Sondage

Thema 13: Transport en afweer
Basisstof 2 De bloedsomloop (blz. 107)

Slide 17 - Diapositive

Dubbele bloedsomloop:
  • grote bloedsomloop
  • kleine bloedsomloop

Slide 18 - Diapositive

Dubbele bloedsomloop:
  • grote bloedsomloop
  • kleine bloedsomloop

Slide 19 - Diapositive

rood =
zuurstofrijk
blauw=
zuurstofarm

Slide 20 - Diapositive

Opdracht (uitvoeren in je aantekeningenschrift):
zet in een tabelletje van twee kolommen
  • zes eigenschappen van slagaders (links) tegenover
  • zes eigenschappen van aders (rechts)

Slide 21 - Diapositive

De longen horen bij de...
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop

Slide 22 - Quiz

De hersenen horen bij de...
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop

Slide 23 - Quiz

In de kleine bloedsomloop wordt...
A
zuurstof opgenomen in het bloed
B
zuurstof afgegeven aan de organen

Slide 24 - Quiz

In de grote bloedsomloop wordt...
A
zuurstof opgenomen in het bloed
B
zuurstof afgegeven aan de overige organen

Slide 25 - Quiz

Zuurstofrijk bloed wordt aangegeven met de kleur...
A
blauw
B
rood

Slide 26 - Quiz

In de rechter harthelft
is het bloed...
A
zuurstofarm
B
zuurstofrijk

Slide 27 - Quiz

Het bloed in slagaders
stroomt...
A
naar het hart toe
B
van het hart af

Slide 28 - Quiz

Het bloed in aders
stroomt...
A
naar het hart toe
B
van het hart af

Slide 29 - Quiz

De bloeddruk in aders is...
A
hoog
B
laag

Slide 30 - Quiz

De druk in slagaders is...
A
hoog
B
laag

Slide 31 - Quiz

Kleppen vinden
we alleen in...
A
aders
B
haarvaten
C
slagaders
D
aders en slagaders

Slide 32 - Quiz

Was de uitleg over de bloedomloop duidelijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Sondage

Aan de slag!
Maak van basisstof 1 opdracht 1 t/m +8 (blz. 103-106)
Maak van basisstof 2 opdracht 1 t/m 3  (blz. 113)

Slide 34 - Diapositive