schrijven - interpunctie en lange zinnen

Interpunctie
Een tekst bestaat uit zinnen. Als je schrijft, geef je het begin en einde van zinnen aan. Het begin van een zin geef je aan met een hoofdletter. Het einde van een zin geef je aan met een punt.

Zonder hoofdletters en punten is je tekst moeilijk te lezen.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Interpunctie
Een tekst bestaat uit zinnen. Als je schrijft, geef je het begin en einde van zinnen aan. Het begin van een zin geef je aan met een hoofdletter. Het einde van een zin geef je aan met een punt.

Zonder hoofdletters en punten is je tekst moeilijk te lezen.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Opdracht
  • Werk in tweetallen.
  • In deze opdracht lezen jullie de tekst hardop en bepalen jullie samen waar de zinnen beginnen en eindigen. Zet hoofdletters en punten op die plaatsen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Leespauzes
  • Als je schrijft, moet je ervoor zorgen dat de lezer jouw tekst makkelijk kan lezen. Dat doe je door de zinnen niet te lang te maken en door soms een komma te zetten. 
  • Je zet komma’s op plaatsen waar je een leespauze houdt. 
  • Je houdt altijd een leespauze tussen de verschillende delen van een opsomming.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Opdracht
  • Werk in tweetallen.
  • In deze opdracht lezen jullie de tekst hardop en bepalen jullie samen waar in de tekst komma’s moeten staan. Zet komma’s op die plaatsen.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Vraagteken & uitroepteken
  • Niet achter alle zinnen staat een punt. Het komt ook voor dat je in plaats van een punt een vraagteken of uitroepteken aan het einde van een zin zet. 
  • Een vraagteken zet je na een vraagzin. 
  • Een uitroepteken zet je na een zin die je wilt benadrukken.

Slide 9 - Diapositive

In deze tekst zijn uitroeptekens en vraagtekens soms onterecht gebruikt. Bovendien zijn het er te veel, waardoor de tekst niet meer serieus overkomt.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Opdracht
  • Werk in tweetallen.
  • Plaats achter elke zin een punt, uitroepteken of vraagteken.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive