K3 Duits Kapitel 2 (5)

Guten Morgen guten Morgen guten Morgen Sonnenschein!
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Guten Morgen guten Morgen guten Morgen Sonnenschein!

Slide 1 - Diapositive

Was machen wir heute?
1. overhoren blz. 80  (papier)
2. Blz. 66 opdracht 28, 29, 31
3. Herhalen werkwoord sein in de
     verleden tijd
4. Invullen opdracht 22, 23 blz. 63
5. Doornemen Grammatik blz. 64
6. maken + nakijken opdracht 24, 25,
   26
7. Leren Lernliste blz. 80

Slide 2 - Diapositive

Hulpwerkwoord sein (o.t.t)
ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist

sind
seid
sind
                     sein

Slide 3 - Diapositive

Hulpwerkwoord  sein (o.v.t.)
ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
war
warst
war

waren
wart
waren

                    sein

Slide 4 - Diapositive

1. Wo ............... du gestern?
2. Wir ............... letzte Woche in Berlin.
3. Karin und Peter ............... viel zu spät!
4. Anja ............ nicht da.
                                 5. Herr Müller, ............. Sie schon mal in Spanien?
6. Ich ............ gestern krank.

Slide 5 - Diapositive

Hausaufgaben

              Leren blz. 80 de arm t/m ziek + werkwoord sein in de verleden tijd ( blz. 62) en werkwoord haben in de verleden tijd (blz. 64)

Slide 6 - Diapositive

Lernliste

Slide 7 - Diapositive

het lichaam
A
der Rücken
B
der Körper
C
das Fieber

Slide 8 - Quiz

de spierpijn
A
der Muskelkater
B
der Katermuskel
C
der Muskelkatze

Slide 9 - Quiz

de hooikoorts
A
der Heuschnupfen
B
die Heuschnupfen
C
das Heuschnupfen

Slide 10 - Quiz

de verkoudheid
A
die Erkaltung
B
die Erkälting
C
die Erkältung

Slide 11 - Quiz

Welche Körperteile gehören zum Gesicht?
A
der Mund - die Nase - die Grippe
B
der Mund - die Nase - das Auge
C
Das Auge- der Rücken - der Mund

Slide 12 - Quiz

welk lidwoord hoort bij ....... Grippe
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quiz

wat is het meervoud van der Fuß?
A
die Fuße
B
die Füße
C
die Fußen

Slide 14 - Quiz

Wat is het meervoud van .... Hand
A
die Hande
B
die Handen
C
die Hände

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze voor het ziekenhuis?
A
das krankenhaus
B
der Krankenhaus
C
das Krankenhaus
D
der Krankehaus

Slide 16 - Quiz

Hausaufgaben

              Leren blz. 80 de arm t/m zich voelen + werkwoord sein in de verleden tijd ( blz. 62

Slide 17 - Diapositive

Was machen wir heute?
1. Lezen blz. 80 de keelpijn t/m zich 
    voelen
2. Herhalen werkwoord sein in de
     verleden tijd
3. Maken + nakijken opdracht 5 t/m 11
     blz. 53-55
4. oefenen woordenlijst

Slide 18 - Diapositive