K LJ 2 Hoofdstuk 1 Arm en Rijk 1.5 en 1.6

H1 Ontwikkeling 1.6 Nederland is Rijk
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H1 Ontwikkeling 1.6 Nederland is Rijk

Slide 1 - Diapositive

Hoeveel inwoners heeft NL momenteel (sept 2020)
A
15.640.864 inwoners
B
16.896.996 inwoners
C
17.165.193 inwoners
D
19.523.478 inwoners

Slide 2 - Quiz

Wat is een multinational?

Slide 3 - Question ouverte

Kun jij Nederlandse multinationals noemen?

Slide 4 - Carte mentale

Nederland is economisch een groot en rijk land. Mede dankzij de goede en grote wereldhaven Rotterdam. We exporteren veel (landbouw)producten. 
Onze grote multinationals exporteren ook hoogwaardige producten naar alle hoeken van de wereld. Wij maken daarom veel winst. 
De Rotterdamse haven heet: Europoort 
De luchthaven van Amsterdam heet: Schiphol airport

Slide 5 - Diapositive

Wat is de juiste afkorting van een multinational?
A
MNO
B
MMO
C
CEO
D
ONR

Slide 6 - Quiz

Nederland rijk?
Is Nederland wel rijk? We staan van de 204 landen op de wereld 17e mbt BNP/hoofd en 3e op de welzijnslijst. 

Slide 7 - Diapositive

Wat was het gemiddeld inkomen van een Nederlander in 2011?
A
€23.500
B
€26.500
C
€33.000
D
€36.500

Slide 8 - Quiz

De meeste Nederlanders werken in de ........ sector..
A
primaire
B
secundaire
C
tertiaire
D
kwartaire

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

In NL zijn er ook regionale verschillen
rijtjeswoningen in Nederland

Slide 12 - Diapositive

In NL zijn er ook regionale verschillen
Dure villa in Nederland

Slide 13 - Diapositive

Echter gemiddeld gezien zijn de regionale verschillen klein in Nederland
Gemiddelde woning Nederland

Slide 14 - Diapositive

Je kunt ook op een andere manier kijken of een land rijk / arm is...

Slide 15 - Diapositive

Bijvoorbeeld door de import & export...

Slide 16 - Diapositive

handelsbalans
*overzicht dat laat zien hoeveel geld een land in- en uitvoert.. 

deze kan voor een land positief of negatief zijn.. 

Slide 17 - Diapositive

De handelsbalans van NL is...
A
positief
B
negatief
C
gelijk

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

de meeste winst maak je als je
A
eindproducten invoert en grondstoffen uitvoert
B
alleen eindproducten invoert
C
alleen ruwe grondstoffen invoert
D
ruwe grondstoffen invoert en eindproducten uitvoert

Slide 20 - Quiz

Ruwe olie importeren (Nigeria)
wij maken er asfalt, kunstof, plastic, make-up etc van

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Welke 2 mainports heeft NL?
A
DSM in Geleen
B
Rotterdamse haven
C
Schiphol luchthaven
D
Hoogovens van IJmuiden

Slide 23 - Quiz

Een mainport is een hoofdtoegangspoort (voor goeden en mensen) Voor de internationale handel is een mainport erg belangrijk. Je ziet op de achtergrond Schiphol bij Amsterdam. Een mainport is meestal een (lucht) haven. 

Slide 24 - Diapositive

De grootste goederen mainport is de Rotterdamse Haven en erg belangrijk voor Nederland. Op de achtergrond zie je de overslag van stukgoederen maar Rotterdam verwerkt ook veel bulkgoederen.

Slide 25 - Diapositive

1.6 Toegangspoort van Europa 

Slide 26 - Diapositive

Nederland bezig grote rivieren die zorgen voor goede aan- en afvoer van producten. 
De Rijn en de Maas zijn de belangrijkste rivieren 

Slide 27 - Diapositive

NL heeft een goede infrastructuur
Weg/ water/ spoor 

Slide 28 - Diapositive

Congestie (file) zorgt voor vertraging van de export en import producten

Slide 29 - Diapositive

Distributiecentra in heel Nederland zorgen voor een snellere doorstroom

Slide 30 - Diapositive

Centrale ligging heeft voordelen
Goed bereikbaar
Handelen met het buitenland
We spreken meerdere talen en zijn goed opgeleid

Slide 31 - Diapositive

Wat is geen belangrijke rivier die Nederland met het buitland verbindt
A
Rijn
B
Maas
C
Rhone
D
Waal

Slide 32 - Quiz

Wat is GEEN positieve vestigingsplaatsfactor voor een ICT bedrijf
A
Drukke binnestad
B
Hoog opgeleide mensen
C
Universiteit
D
Senioren centrum

Slide 33 - Quiz

Je wilt hippe schoenen verkopen, waar moet je je vestigen

Slide 34 - Question ouverte