Lesson 22 5-12-24

Engels
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

Engels

Slide 1 - Diapositive

Today...
- Planning
- Get to work: Finish the chapter
- Blooket
- Next lesson

Slide 2 - Diapositive

Planning
10 December toets chapter 1

Slide 3 - Diapositive

Get to work
- Finish Chapter 1

Dit is de laatste les voor de toets! Dus als je vragen hebt stel ze!

Finished?
- Check your answers
- Revise (leer) for the test

Slide 4 - Diapositive

Next lesson...(planda)
- ...make sure you can finish the chapter
- Revise (leer) the vocab, grammar and stones for the test (Tuesday 10/12)

Slide 5 - Diapositive

Look around you...
is everything tidy?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Grammar
Je gebruikt de past simple (I walked in Amsterdam yesterday) om te praten over het verleden. De actie of gebeurtenis is gestopt. Er is geen link naar het nu.
TIP! Je gebruikt de past simple vaak met woorden als last Friday, ago, data in het verleden, yesterday (handig om te onthouden: de eerste letters van deze stukjes vormen het woord ‘lady’).
Om de past simple te maken, voeg je -(e)d toe aan het werkwoord.
I walked home last Friday.
My mum liked my new swimsuit.

Slide 8 - Diapositive

Yesterday we ___ (walk) to school.

Slide 9 - Question ouverte

Two weeks ago he ____ (bake) a cake.

Slide 10 - Question ouverte

Uitzondering 1
Als het werkwoord eindigt op één klinker + één medeklinker (zoals plan of stop), dan verdubbel je die medeklinker als je -ed toevoegt.
(stop) He stopped to take a picture.

Slide 11 - Diapositive

The group _____ (plan) their school trip themselves.

Slide 12 - Question ouverte

A few days ago she finally ____ (stop) complaining about the cold weather.

Slide 13 - Question ouverte

Uitzondering 2
Als het werkwoord eindigt op een medeklinker + -y, zoals try of dry, dan vervang je de -y door -ied om een past simple te maken.
(try) I tried to climb a mountain.

Slide 14 - Diapositive

He ___ (cry) because his team lost yesterday.

Slide 15 - Question ouverte

I ____ (try) my best, but unfortunately I did not succeed.

Slide 16 - Question ouverte

Onregelmatige werkwoorden

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive