H2.3 Lezen

Welkom       


Zwarte vissen

Soms,
het gebeurt weleens,
worden gedachten zwarte vissen.
Ze botsen tegen de glazen muren
van mijn hoofd.

Maar ik laat het er niet bij.
Ik wrijf ze op tot blinkende vogels,
doe het raam open
en wuif ze eruit.

Een veer zweeft na.
Een zwarte.
Maar de vogels zijn verdwenen.

                                                                       (Gil vander Heyden) 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom       


Zwarte vissen

Soms,
het gebeurt weleens,
worden gedachten zwarte vissen.
Ze botsen tegen de glazen muren
van mijn hoofd.

Maar ik laat het er niet bij.
Ik wrijf ze op tot blinkende vogels,
doe het raam open
en wuif ze eruit.

Een veer zweeft na.
Een zwarte.
Maar de vogels zijn verdwenen.

                                                                       (Gil vander Heyden) 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
  • 15 minuten lezen
  • Korte herhaling
  • Aan de slag!

Slide 2 - Diapositive

Doelen
- Je kunt verschillende tekststructuren herkennen
- Je kunt de tekst opdelen in betekenisvolle eenheden en de functie van deze eenheden benoemen.




Slide 3 - Diapositive

timer
15:00

Slide 4 - Diapositive

even herhalen...

Slide 5 - Diapositive

De alinea
  • Een tekst is verdeeld in alinea's.
  • De zin die het belangrijkste van een alinea weergeeft, noem je de kernzin.
  • De kernzin is vaak de eerste, tweede of de laatste zin van een alinea!

Slide 6 - Diapositive

 Tekstverbanden
  • Zinnen in een tekst staan met elkaar in verband. Zinnen die bij elkaar horen vormen samen alinea's
  • In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea's met elkaar samen, dit noem je tekstverband. Enkele voorbeelden: chronologisch tekstverband, concluderend tekstverband, opsommend tekstverband. 
  • De verbanden tussen de zinnen en alinea's herken je aan signaalwoorden-> enkele voorbeelden: dus (concluderend tekstverband), eerst (chronologisch tekstverband) en evenals (vergelijkend tekstverband)-> zie blz 246-247

Slide 7 - Diapositive

Signaalwoorden
  • Geven het verband aan tussen zinnen en alinea's
  • Geven belangrijke informatie over de opbouw van een tekst
  • Verbanden:
     - opsommend                                        - doel - middel
     - tegenstellend                                       -redengevend
     - oorzakelijk                                            - toegevend
     -  voorwaardelijk                                    - chronologisch
     - vergelijkend                                          - samenvattend
     - toelichtend                                            - concluderend
                   

Slide 8 - Diapositive

oefenen op mobiel of laptop
4 vragen
Log in met je voornaam
Doe geen andere dingen op je telefoon

Slide 9 - Diapositive

Een tekst is gebaseerd op de argumentatiestructuur. Wat staat er in de inleiding?

Slide 10 - Question ouverte

Een tekst is gebaseerd op de probleem/oplossingstructuur. Wat staat er in het slot?

Slide 11 - Question ouverte

Een tekst is gebaseerd op de aspectenstructuur. Wat is het schrijfdoel?

Slide 12 - Question ouverte

Welke structuren ken je nu?

Slide 13 - Carte mentale

Aan de slag
Keuze
  • Werken aan je weektaak
  • Lezen
  • Oefenen met werkwoordspelling (www.gespeld.nl)

Slide 14 - Diapositive

- Je kunt verschillende tekststructuren herkennen
- Je kunt de tekst opdelen in betekenisvolle eenheden en de functie van deze eenheden benoemen.

Ik heb de leerdoelen gehaald!
Ik weet al veel maar de puntjes moeten nog op de i.
Ik heb deze doelen niet gehaald en moet echt nog even oefenen.

Slide 15 - Sondage

Tot volgende week!
  • Zijn er nog vragen?
  • Zorg dat je je spullen op orde hebt! Leesboek mee! 

Slide 16 - Diapositive