3.6.2 De Parlementaire democratie

Maatschappijleer 
Planning
Nieuws (14.00)
Herhalen H3
Uitleg 3.6
Zelfstandig werken

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Maatschappijleer 
Planning
Nieuws (14.00)
Herhalen H3
Uitleg 3.6
Zelfstandig werken

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  •  Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat de vier belangrijkste kenmerken zijn van de Nederlandse democratie
  • Je kan uitleggen wat de Trias Politica inhoudt
Je kan deze begrippen in eigen woorden uitleggen: 
  • grondwet                          
  • rechters
  • rechtstaat en mensenrechten
  • parlement
  • regering 
  • parlementaire democratie
  

Slide 2 - Diapositive

WAAR
NIET WAAR
De Tweede Kamer heeft 150 leden
De Eerste Kamer wordt direct gekozen
Ministers zitten in de Tweede Kamer
Regering is een ander woord voor Eerste- en Tweede Kamer
De Tweede Kamer mag wetsvoorstellen aanpassen
Het parlement controleert de ministers

Slide 3 - Question de remorquage

Kabinet
Parlement
Controleert
Legt verantwoording af aan

Slide 4 - Question de remorquage

Koninkrijk met een grondwet is:
A
Parlementaire democratie
B
Constitutionele monarchie

Slide 5 - Quiz

Wat staat er in een grondwet?
A
De rechten en plichten van de burgers.
B
De rechten en plichten van de overheid.
C
De plichten van de burgers & de overheid.
D
De rechten en plichten van de burgers & overheid.

Slide 6 - Quiz

In Nederland bestaat de trias politica.
De trias politica betekent

A
de invloed van politieke partijen
B
de mensenrechten en plichten.
C
de scheiding van de politieke macht.
D
vrije en geheime verkiezingen.

Slide 7 - Quiz

Wat hoort niet bij een parlementaire democratie?
A
De gekozen vertegenwoordigers vormen het parlement
B
Burgers hebben politieke grondrechten
C
De manier van besluitvorming is vastgelegd in de grondwet
D
De macht is in handen van één persoon of een kleine groep

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

  • Handtekeningen verzamelen.
  • Media-aandacht zoeken.
  • Lobbyen = contact met politici.
  • Demonstreren.
  • Lid worden van een partij.
  • Je spreekrecht gebruiken.
  • Eigen partij oprichten.
  • Burgerinitiatief starten.
  • Lid worden van een actiegroep.

Hoe kan je de politiek beïnvloeden? 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Ik kan zelf invloed hebben op de politiek door:
A
Te stemmen
B
Te demonstreren
C
Handtekeningen te verzamelen
D
contact te zoeken met politici (lobbyen)

Slide 12 - Quiz