4.2 les 2

 H4.2 Duitsland: de Europese reus

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

Cette leçon contient 37 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

 H4.2 Duitsland: de Europese reus

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen van 4.2
1.  Je weet wat de kenmerken van de Duitse industrie zijn.
2. Je weet wat de betekenis van agglomeratievoordelen is.
3. Je weet dat Duitsland een moderne economie heeft.
4. Je weet welke regionale economische verschillen er zijn in Duitsland en hoe je die kunt verklaren.
5. Je weet welke regionale demografische verschillen er zijn in Duitsland en hoe je die kunt verklaren.


Slide 2 - Diapositive

Primaire sector 
Primaire sector = Werk dat gericht is op het verbouwen van producten.

Denk aan:
  • Akkerbouw
  • Veeteelt
  • Tuinbouw

Slide 3 - Diapositive

Secundaire sector
Secondaire sector = Werk waarbij producten uit de primaire sector worden bewerkt.

Slide 4 - Diapositive

Secundaire sector
Er zijn twee soorten industrie:
Zware industrie:
- Gebruiken veel (ruwe) grondstoffen, die worden gebruikt voor hoogovens, staalfabrieken, olieraffinaderijen, scheepswerven, chemische fabrieken.
- Leveren voornamelijk halffabricaten.
Lichte industrie:
- Gebruiken veel halffabricaten. 
- Maken vooral consumentenproducten, zoals kleding, wasmachines, telefoons.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Tertiaire sector
Andere naam voor de tertiaire sector is de dienstensector. 
= Alle bedrijven die zich bezighouden met het leveren van diensten.

Voorbeelden van banen in de tertiaire sector zijn ober, bankier, advocaat.


Slide 9 - Diapositive

Quartaire sector
Quartaire sector = Dienstverlenende bedrijven die geen winst maken.

Voorbeelden hiervan zijn de brandweer, scholen, ziekenhuizen.

Slide 10 - Diapositive

Wat?
Maken in online werkboek:
Hoofdstuk 4.2 opdr. 2 t/m 7

Hoe?
Zelfstandig of overleg met je buur

Tijd?
15 minuten

Klaar?
Hoofdstuk 4 Paragraaf 2 opdr. 8 t/m 10
Aan de slag!

Slide 11 - Diapositive

4.2 Duitsland: de Europese reus

Slide 12 - Diapositive

2. Je weet wat de betekenis van agglomeratievoordelen is.
Agglomeratievoordeel = Het voordeel dat bedrijven hebben doordat ze vlak bij elkaar zitten.

Slide 13 - Diapositive

2. Je weet wat de betekenis van agglomeratievoordelen is.
Agglomeratievoordeel = Het voordeel dat bedrijven hebben doordat ze vlak bij elkaar zitten.
Denk aan:
- Fabrieken die verschillende onderdelen maken voor het eindproduct zitten dicht bij elkaar. -> Voordeel: minder tijd in transport dus lagere kosten

Slide 14 - Diapositive

3. Je weet dat Duitsland een moderne economie heeft.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Secundaire sector
Secondaire sector = Werk waarbij producten uit de primaire sector worden bewerkt.

Slide 20 - Diapositive

Duitsland heeft veel hightech-industrie.
Deze industrie zal niet zo snel verplaatsen naar lagelonenlanden, want er zijn hoogopgeleide mensen voor nodig. Toch werken er relatief weinig mensen in Duitsland in de hightechindustrie, dit komt doordat robots veel van het werk doen.
3. Je weet dat Duitsland een moderne economie heeft.
Industrie die gebaseerd is op hoogstaande technische kennis.

Slide 21 - Diapositive

3. Je weet dat Duitsland een moderne economie heeft.
Ook de dienstensector ontwikkelde zich in Duitsland.
 -> Dit kwam doordat  steeds hoger opgeleide bevolking, dus ook hoogwaardigere diensten. Er kwam dus meer advocatenkantoren, designbureaus, banken.

• Dienstensector steeds groter aandeel in de economie. Ook bij andere moderne rijke landen zie je dit dit terug.

Slide 22 - Diapositive

Wat?
Maken in online werkboek:
Hoofdstuk 4.2 opdr. 1

Hoe?
Zelfstandig of overleg met je buur

Tijd?
15 minuten

Klaar?
Hoofdstuk 4 Paragraaf 2 opdr. 8 t/m 10
Aan de slag!

Slide 23 - Diapositive

 H4.2 Duitsland: de Europese reus

Slide 24 - Diapositive

4. Je weet welke regionale economische verschillen er zijn in Duitsland en hoe je die kunt verklaren.
Economische ontwikkeling Duitsland: niet overal gelijk, hierdoor ontstonden regionale verschillen.

Belangrijke oorzaak: verdeling in van Oost- en West Duitsland tussen 1945 en 1989

Slide 25 - Diapositive

4. Je weet welke regionale economische verschillen er zijn in Duitsland en hoe je die kunt verklaren.
Belangrijke oorzaak: verdeling in van Oost- en West Duitsland tussen 1945 en 1989

Uitleg oorzaak: Na hereniging was de industrie in het oosten verouderd. Dit kwam omdat ze bestuurd werden door de Sovjet Unie en communistisch waren.

Slide 26 - Diapositive

4. Je weet welke regionale economische verschillen er zijn in Duitsland en hoe je die kunt verklaren.
Belangrijke oorzaak: verdeling in van Oost- en West Duitsland tussen 1945 en 1989

Gevolg: door het communisme konden veel bedrijven uit Oost-Duitsland de concurrentie uit West-Duitsland niet aan konden en gingen failliet, dit zorgde voor grote werkloosheid in Oost-Duitsland. 

Slide 27 - Diapositive

5. Je weet welke regionale demografische verschillen er zijn in Duitsland en hoe je die kunt verklaren.
Belangrijke  begrippen:
Sociale bevolkingsgroei


Slide 28 - Diapositive

5. Je weet welke regionale demografische verschillen er zijn in Duitsland en hoe je die kunt verklaren.
Belangrijke  begrippen:
Vertrekoverschot
Vestigingsoverschot

Slide 29 - Diapositive

5. Je weet welke regionale demografische verschillen er zijn in Duitsland en hoe je die kunt verklaren.
Belangrijke  begrippen:
Demografische krimp 


Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Slide 32 - Vidéo

Slide 33 - Diapositive

5. Je weet welke regionale demografische verschillen er zijn in Duitsland en hoe je die kunt verklaren.

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Lien

Wat?
Maken in online werkboek:
Hoofdstuk 4 Paragraaf 2 opdr. 1 t/m 10

Hoe?
Zelfstandig of overleg met je buur

Tijd?
15 minuten

Klaar?
Topomania

Aan de slag!

Slide 37 - Diapositive