Theorie: Meer dan Lezen § 6

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

• Ga rustig op je plek zitten.
• Leg je boeken en device op tafel.
• Login op LessonUp.app.
  

WELKOM!

10 minuten lezen!

Agenda

• Lezen (10 minuten)
• Uitleg (15 minuten)
• Zelfstandig aan de slag (15 minuten)
• Woord van de dag (5 minuten)

§ 6 Feit, mening, standpunt en argument

Je leert feiten, meningen, standpunten en argumenten onderscheiden in de tekst.

Wat is een feit?

Feiten

• Een feit is een uitspraak over iets wat waar of onwaar is.
• Je kunt een feit controleren.
• Bijvoorbeeld: Uit onderzoek blijkt dat veel mensen graag verre reizen willen maken.

Wat is een mening/standpunt?

Mening/standpunt

• Een mening of standpunt is een uitspraak over wat iemand vindt van iets of hoe iemand ergens over denkt.
• Met een mening of standpunt kun je het eens of oneens zijn.
• Signaalwoorden: ik vind en volgens mij.

Wat is een argument?

Argument

• Als je uitlegt waarom je een bepaalde mening hebt of als je een mening wilt verdedigen, gebruik je een argument.
• Signaalwoorden: want, omdat, namelijk, immers.

Zelfstandig aan de slag

• Maak opdracht 1, 2 en 7.
• Boek: blz. 37.
• Opdracht 1 & 2 in tweetallen. Opdracht 7 alleen.
• Niet af? Huiswerk voor donderdag.