Z&W 2e jaar 4e les passende kleding

Kleding stage of werk
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
ik en de maatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Kleding stage of werk

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Passend bij het weer of het seizoen 

Je kleding moet passen bij het weer.

In de winter draag je een dikke trui.
En in de zomer een bloesje met korte mouwen. 


Passend bij het bedrijf waar je werkt of stage loopt 
In sommige beroepen mag je dragen wat je wilt.

Als de kleding maar schoon en heel is. Maar bij andere beroepen moet je een uniform dragen.
Bijvoorbeeld als beveiliger.
Of je moet representatieve kleding dragen. Bijvoorbeeld als je met klanten omgaat.
 




Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je gaat naar je stage maar je hebt je oude broek nog aan. Je trekt even iets anders aan. Waarom?:

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is 'representatieve kleding'?
A
Nette kleding omdat je met klanten omgaat.
B
Een uniform
C
Kleding die geschikt is voor klussen in huis.
D
Kleding met het logo van het bedrijf

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke gelegenheid past deze kleding?
A
avondje thuis op de bank
B
een feest
C
een sollicitatiegesprek

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke gelegenheid past deze kleding?
A
avondje thuis op de bank
B
een feest
C
een sollicitatiegesprek

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk seizoen past deze kleding?
A
zomer
B
lente
C
herfst
D
winter

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk seizoen past deze kleding?
A
zomer
B
lente
C
herfst
D
winter

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkkleding

Op sommige werkplekken moet je werkkleding dragen.

Werkkleding is speciale kleding die je moet dragen tijdens je werk.

Bijvoorbeeld een uniform. Of een overall.

 




De werkkleding van een politieman is zijn uniform.

De werkkleding van een automonteur is een overall. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkkleding (2)
In sommige bedrijven dragen de medewerkers een uniform met het logo van het bedrijf erop. Dit noem je ook wel bedrijfskleding. 





 





Werkkleding heeft verschillende functies:
Bescherming:
De werkkleding beschermt je. Bijvoorbeeld tegen vuil, schadelijke stoffen of water.
Uitstraling:
Alle winkelmedewerkers in een supermarkt dragen werkkleding met het logo van de supermarkt. Zo zorgen ze allemaal voor een zelfde uitstraling.
Herkenbaarheid:
De politie en ambulancepersoneel zijn herkenbaar aan hun uniform. Door hun uniform weet je welk werk ze doen.
 



Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 3 functies heeft werkkleding?
( 3 antwoorden zijn goed)
A
Herkenbaarheid
B
Bescherming
C
Uitstraling
D
Cool

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke werkkleding hoort de functie 'uitstraling'?
(meer antwoorden zijn goed)
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke werkkleding hoort de functie 'herkenbaarheid'?
(meer antwoorden zijn goed)
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke werkkleding hoort de functie 'bescherming'?
(meer antwoorden zijn goed)
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschermende kleding

Soms heeft kleding een beschermende functie.
De kleding beschermt je dan tegen vuil, hitte of water.
 
Het pak van een brandweerman is bijvoorbeeld brandwerend en waterdicht.



Als je buiten in het donker moet werken, draag je reflecterende kleding. Dan kan iedereen je zien. Dan wordt je minder snel aangereden. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld veiligheidsschoenen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld handsschoenen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld een veiligheidshelm

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld een veiligheidsbril

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld oorbeschermers of oordopjes

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld een mondkapje

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je werkt in een houtzagerij waar veel zaagsel en stof is. Welke PBM kies je?
A
B
C
D

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je werkt in een fabriek waar je zware dingen moet vervoeren. Welke PBM kies je?
A
B
C
D

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je werkt in een fabriek waar veel lawaai is. Welke PBM kies je?
A
B
C
D

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Lien

Kahoot: Veiligheid op etiketten
stel de vraag erbij welke beschermingsmiddelen je dan moet dragen.

Slide 27 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions