Hoofstuk 5 Cardiotraining

Wat weet 
je nog
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
fitnessMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat weet 
je nog

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Functie botten?
A
Sterke spieren
B
Stevigheid en rechtop houden lichaam
C
Beweging
D
Bij elkaar houden gewricht

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welk bot wordt aangegeven met nummer 2?
A
ribben
B
sleutelbeen
C
wervelkolom
D
borstbeen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je de vorm die de wervelkolom van mensen heeft?
A
de dubbele S-vorm
B
de L-vorm
C
de heuvel-vorm
D
de kraakbeenvorm

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Rechts zie je een voorbeeld van een gewricht.

Welk type gewricht is dit?



A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de juiste naam naar de juiste plek in het lichaam
timer
1:00
Borstspier

Armbuigspier (biceps)

Rugspier
voorste dijbeenspier
Armstrekspier (triceps)

Kuitspier


Buikspier
Achterste dijbeenspier (hamstring)
Scheenbeenspier

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een pees
A
Een deel van een spier waarmee de spier aan het bot vastzit
B
Een onderdeel van een spiervezel
C
Een onderdeel van een spierbundel
D
Een onderdeel van het bottenstelsel

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Nr. 5
A
Kuitspier
B
Voorste scheenbeenspier
C
Achterste scheenbeenspier
D
Voorste kuitspier

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

NR. 3
A
Voorste kuitspier
B
Voorste dijspier
C
Voorste buikspier
D
Voorste scheenbeenspier

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Uitleg
Sleep je goede orgaanstelsels naar het juiste plaatje. Let op niet alle onderdelen worden gebruikt
Huid
Spierstelsel
Skelet
Ademhalingsstelsel
Zenuwstelsel
Uitscheidingsstelsel
circulatiestelsel
Lymfestelsel

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de energiesystemen en zet ze in de goede volgorde.
timer
1:00
1
2
3
4
aërobe Systeem
Rustig
Anaërobe Systeem 
Zeer hoog
Anaërobe Systeem Hoog
aërobe Systeem
Zeer Rustig
20 sec
2 min
30 min
90 min

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Binnen hoeveel tijd heb je een eerste indruk van een persoon ontwikkeld?
A
6
B
8
C
4
D
7

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is géén kenmerk van een gastheer / gastvrouw
A
ontvangst functionaris
B
verzorgde uitstraling
C
gezicht van de organisatie
D
Aanstootgevend gedrag

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De herstelperiode voor supercompensatie ligt voor de eerste trainingen tussen de
A
1-2 dagen
B
2-3 dagen
C
3-4 dagen
D
5-6 dagen voor volledig herstel

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk goed naar dit plaatje, je krijgt er zo een vraag over!
timer
0:20

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar moet een sporter die traint volgens de rode lijn beter rekening mee houden?
A
Supercompensatie
B
moment van training
C
hersteltijd
D
intensiteit trainingen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is het moment dat er een nieuwe training komt belangrijk.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofstuk 5 Cardiotraining

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

01:26
Noem 5 cardio-apparaten die worden gebruikt in de fitness?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet dit cardio-apparaat?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet dit cardio-apparaat?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet dit cardio-apparaat?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

cardiotraining
Bij cardiotraining zal de klant transpireren. Dat betekent dat men met twee zaken rekening dient te houden:
  • hygiëne
  • vochtverlies
De klant dient te sporten met een handdoek om te voorkomen dat men transpiratie op de toestellen achterlaat.
Vaak bieden fitnesscentra de service om papieren wegwerpdoekjes aan te bieden. 

Slide 24 - Diapositive

Vocht
De klant dient het vochtverlies aan te vullen door het drinken van vocht. Het gebruik van een bidon is dus en standaard onderdeel van cardiotraining.
Veiligheid
dient de klant goede uitleg van het gebruik van de toestellen te krijgen en dient de uitvoering tijdens het trainen in de gaten te worden gehouden door het personeel.
Voornamelijk wanneer een klant 'uitgeput' begint te raken, zal dit invloed hebben op de houding van de klant. Dit kan dan weer leiden tot blessures.
Dat betekent dat een kleine afwijking in de houding zeer lang wordt belast. Door de lange duur kan het toch een ernstige blessure opleveren.

Cardiovasculaire training
Verschillende doelstellingen:
vet te verbranden, hun uithoudingsvermogen verbeteren of een combinatie van die twee.

Cardiovasculaire systeem te trainen: 
oefeningen minimaal 1/6 deel gebruiken.

Afhankelijk van de intensiteit, kan cardiotraining variëren van 10 minuten tot wel enkele uren.

Slide 25 - Diapositive

Met cardiotraining, kunnen verschillende doelstellingen worden bereikt. De meeste klanten doen aan cardiotraining om vet te verbranden, hun uithoudingsvermogen te verbeteren of een combinatie van die twee.
Om het cardiovasculaire systeem te trainen, moet je gebruik maken van oefeningen waarbij je een groot deel van je lichaam gebruikt (minimaal 1/6 deel).
trainen op hartslag
De hartslag is nog altijd één van de beste indicatoren voor de intensiteit van de training.

Hoe hoger de intensiteit, hoe hoger de hartslag.

Om zeker te zijn van het feit of men op de juiste intensiteit traint, kun je dus de hartslag van een klant bekijken.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je je maximale hartslag berekenen? (Karvonen-methode)

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken aan de hand van jouw maximale hartslag (220 - leeftijd) de hartslag die je moet hanteren wanneer je een hersteltraining doet (dus op 60%)

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken aan de hand van jouw maximale hartslag (220 - leeftijd) de hartslag die je moet hanteren wanneer je een training doet op 85%.

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Trainen op hartslag (Karvonen methode)
Voordeel: zeer snel een richtlijn geven  aan de klanten.
Nadeel: Bij deze methode zou het betekenen dat iedereen van dezelfde leeftijd met dezelfde hartslag ook even intensief traint. 

Leeftijd is één van de factoren die van invloed kan zijn op de hartslag en de juiste trainingszone. Met name de getraindheid van de persoon kan een sterke invloed hebben op de hartslag.
De methode 220 - leeftijd geeft een indicatie, maar is niet altijd juist.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat meet je met de conconitest?
A
De aerobe drempel
B
De anaerobe drempel
C
De maximale hartslag
D
Het maximale wattage

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maximaaltest (Conconitest)
Door het uitvoeren van een maximaaltest kan de werkelijke maximale hartslag worden gemeten. 

Voordeel: Persoonlijke testmethode.

Nadeel: Uitgebreide en tijdrovende testwijze.
Door de maximale belasting is het niet door iedere klant uitvoerbaar. Het blijft een momentopname. Men moet een duur trainingstoestel aanschaffen.

Slide 33 - Diapositive

Door de intensiteit volgens voorgeschreven stappen te verhogen, zal de hartslag van de klant geleidelijk stijgen. Dit gaat net zolang door totdat de klant werkelijk niet meer kan. De hartslag die de klant op dat moment heeft, is de werkelijke maximale hartslag.

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Test rusthartslag
Zoek met een vinger in je hals naar de slagader. Je voelt deze kloppen aan de oppervlakte.

Je gaat 10 seconden lang het aantal slagen tellen.
Het aantal slagen wat je hebt geteld doe je x 6

Dit is je rusthartslag per minuut.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was jouw rusthartslag?

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Polar fitness test
De Polar Fitness Test is een doorbraak in de wereld van aerobe fitheidstesten.
Het is een test die ontwikkeld is om de cardiovasculaire fitheid te meten aan de hand van de rusthartslag en de hartslagvariatie.

De Polar Fitness Test geeft heel eenvoudig informatie over iemands fitheid.
Iedereen kan zichzelf testen, automatisch, veilig en zonder inspanning, in minder dan 5 minuten.

Slide 38 - Diapositive

De Polar Fitness Test wordt bepaald op basis van een aantal persoonlijke factoren.
De uitkomst van de test is afhankelijk van de volgende waarden:
- geslacht
- leeftijd
- gewicht
- activiteitenniveau over de laatste 6 maanden
- hartslagvariatie
- lengte
Het activiteitenniveau
Deze categoriën zijn:
laag: je doet niet regelmatig aan sport.
gemiddeld: je doet regelmatig aan sport.
hoog: sporten is een onderdeel van je leven.
top: je traint ten minste 5 keer per week onder zware inspanning.

Slide 39 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordelen:
  • De test kan bij iedereen worden afgenomen zonder enige risico's.
  • De test duurt slechts 5 minuten.
  • Naast de Polar hartslagmeter, heb je geen andere hulpmiddelen nodig.
  • Goedkoop.
  • De testpersoon kan deze test zonder begeleiding van een fitnessinstructeur uitvoeren.
  • De test is eindeloos herhaalbaar.

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deelnemers met hartproblemen en medicijngebruik
Deze testmogelijkheden en het gebruik van de hartslag als indicator van de trainingsintensiteit zijn onveilig voor klanten met hartproblemen en vaak onuitvoerbaar voor klanten die medicijnen gebruiken die de hartslag beïnvloeden.

Laat deze deelnemers alleen deelnemen aan de les als de huisarts daarvoor akkoord heeft gegeven.

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij deze deelnemers dien je gezond verstand te gebruiken als het gaat om belasting en belastbaarheid.

De belasting mag niet veel hoger liggen dan de belastbaarheid van de deelnemer. 

Hiervoor kun je gebruikmaken van de volgende indicatoren:
  • Transpiratie
  • Huidskleur (met name in het gezicht)
  • Ademhaling
  • Expressie in het gezicht
  • Vragen hoe zwaar de belasting aanvoelt
  • Praattest

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevoelscijfer
Gevoels
ciijfer
weerstand
tempo
% van de Hf max
1
geen weerstand
zeer langzaam
55
2
60
3
lichte weerstand
rustig tempo
65
4
70
5
gemiddelde weerstand
gemiddeld tempo
75
6
80
7
zware weerstand
hoge snelheid
85
8
90
9
95
10
maximale weerstand
maximale snelheid
100

Slide 43 - Diapositive

Voordeel: Voor iedereen uitvoerbaar. Zelfs voor mensen die medicijnen gebruiken. De klanten kunnen de intensiteit aanpassen op het eigen gevoel. De trainer kan eenduidige opdrachten geven, waarmee toch iedere deelnemer uit de voeten kan.
Nadeel: Beginnende klanten hebben nog niet zo'n goed ontwikkelde kennis t.a.v. trainingsbelasting en gevoel. Zeker bij beginners is het van belang dat je als docent de deelnemers in de gaten houdt.

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?
VRAGEN?

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vond je van dit onderwerp?
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions