Thema 6.3 en 6.4

Fijn dat je er bent! 
Welke emoji past vandaag bij jou?
Goedemorgen!

Fijn dat je er bent. 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Fijn dat je er bent! 
Welke emoji past vandaag bij jou?
Goedemorgen!

Fijn dat je er bent. 

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma vandaag:
  1. Terugblik
  2. Blooket thema 
  3. Meerkeuzevragen
  4. Zelfstandig werken



 




Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen: Na deze les ...
  • heb ik mijn woordenschat vergroot
  • ken ik een strategie voor het invullen van meerkeuzevragen
  • heb ik gewerkt in het boek t/m 6.4

Slide 3 - Diapositive

1. Terugblik

Wat weet je nog van de les van gisteren?


Welke vraag heb je  nog voor mij?

Slide 4 - Diapositive

2. Blooket thema 6.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

4. Meerkeuzevragen

Slide 7 - Diapositive

Meerkeuzevragen
Welke strategie gebruik jij?

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Lien

6.3 Meerkeuzevragen
We lezen samen het boek 6.3
Samen 19 en 20

Slide 10 - Diapositive

6.3 Meerkeuzevragen
  1. Lees goed de vraag                                    (wat moet je precies weten?
  2.  Lees goed de antwoorden                     (wat zijn de verschillen?)
                                                                                     (zet een streep onder de verschillen)
  1. Zoek het antwoord in de tekst
  2. Denk aan synoniemen
  3. Er is maar 1 antwoord goed!
  4. Wat is een logisch antwoord?
  5. Geef altijd antwoord

Slide 11 - Diapositive

Pauze
Pauze 
timer
15:00

Slide 12 - Diapositive

6.4 vacatures
Samen

Slide 13 - Diapositive

5. Volgende les + Huiswerk
Planning: 
6.3 + 6.4 maken


Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Woordle:
Zoek het juiste woord

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Beter spellen:
Beantwoord 4 vragen op niveau 1 F

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Slide 20 - Lien

3 Boggle:
  1. Maak zoveel mogelijk woorden binnen de tijd
  2. Maak de woorden zo lang mogelijk



Maak een zo lang mogelijke zin met de gevonden woorden

Slide 21 - Diapositive