Water 5.1

1 / 27
suivant
Slide 1: Vidéo
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

H4: Water
Sneeuw, hagel en ijs

is water

in een vaste vorm

Slide 2 - Diapositive

H4: Water
Regen, mist en dauw

is water

in vloeibare vorm

Slide 3 - Diapositive

H4: Water
In de lucht die je uitademt

zit water

in een gasvorm (onzichtbaar) (waterdamp op het glas wel zichtbaar)

Dit is onzichtbaar

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

de spiegel in de badkamer beslaat
A
stollen
B
smelten
C
verdampen
D
condenseren

Slide 9 - Quiz

de was droogt aan de waslijn
A
stollen
B
smelten
C
verdampen
D
condenseren

Slide 10 - Quiz

een bakje water in de diepvries zetten
A
stollen
B
smelten
C
verdampen
D
condenseren

Slide 11 - Quiz

de aardappels koken. het water gaat...
A
stollen
B
smelten
C
verdampen
D
condenseren

Slide 12 - Quiz

De vrieskast ontdooien
A
stollen
B
smelten
C
verdampen
D
condenseren

Slide 13 - Quiz

Hoeveel moleculen zitten er in een druppel water
A
1
B
2
C
130
D
miljoenen

Slide 14 - Quiz

Welke stof zit er niet in H2O
A
Water
B
Zuurstof
C
Waterstof
D
Koolstof

Slide 15 - Quiz

Wat verdampt sneller?
A
water
B
parfum

Slide 16 - Quiz

Waarin lost meer zout op?
A
koud water
B
warm water

Slide 17 - Quiz

Slootwater is ...
A
oppervlaktewater
B
grondwater
C
duinwater

Slide 18 - Quiz

Wat is smeltwater?
A
Water uit de rivieren
B
gesmolten sneeuw uit de bergen
C
hoog water
D
regenwater

Slide 19 - Quiz

Waar begint de kringloop van het water?
A
Water verdampt
B
Het regent
C
Waterdamp wordt een wolk
D
Water stroomt naar de rivier

Slide 20 - Quiz

Wat is de molecuulformule van water?
A
O2
B
H2O
C
CH4
D
CO2

Slide 21 - Quiz

In welke fase zit water als het mist?
A
vast
B
gas
C
vloeibaar

Slide 22 - Quiz

Wat houdt 'Oppervlaktewater' in?
A
Water in zeeën, rivieren en meren
B
Water dat wordt opgepompt
C
Vervuild water
D
Brak water

Slide 23 - Quiz

In een vaste stof zitten de moleculen:
A
op hun eigen plek en bewegen niet
B
niet op een eigen plek omdat ze bewegen
C
op hun eigen plek maar bewegen
D
vast

Slide 24 - Quiz

Er zijn drie fasen waarin een stof kan voorkomen. Welke van de onderstaande woorden is GEEN fase
A
vast
B
vloeibaar
C
condenseren
D
gas

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo