Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
10.1 Elektrische kracht en lading
Slide 1 - Diapositive
Statische elektriciteit
Na wrijven stoten voorwerpen elkaar af of trekken elkaar aan.
We verklaren dit met twee soorten 'lading':
Gelijke ladingen stoten elkaar af.
Ongelijke ladingen trekken elkaar aan.
Slide 2 - Diapositive
Elektronen
Op basis van ons model van atomen met protonen + neutronen in de kern en elektronen er (losjes) omheen verklaren we dit verschijnsel door overspringende elektronen.
Slide 3 - Diapositive
Het tribo-elektrisch effect
Sommige stoffen geven elektronen gemakkelijk af, andere nemen ze gemakkelijk op. Bekende combinaties zijn:
haar staat gemakkelijk elektronen af aan rubber
wol staat gemakkelijk elektronen af aan PVS
zijde neemt gemakkelijk elektronen op van glas
Slide 4 - Diapositive
Elementair ladingsquantum
We noemen de kleinst mogelijke (ondeelbare) hoeveelheid lading het 'elementair ladingsquantum': e = 1,602 .10-19 C
De eenheid van lading is Coulomb (C).
De lading van een proton is: +1 . e
De lading van een neutron is: 0
De lading van een elektron is: -1 . e
Slide 5 - Diapositive
Wet van Coulomb
Slide 6 - Diapositive
Op welke kracht lijkt de Coulomb kracht? En wat is een belangrijk verschil?
timer
1:00
Slide 7 - Question ouverte
en toen kwam het blikje ..
Tot nu toe een logisch verhaal.
Maar ..
Waarom wordt het neutrale blikje (Q = 0) aangetrokken door de geladen staaf of ballon?
Slide 8 - Diapositive
Wat is er aan de hand waardoor het blikje wordt aangetrokken?
timer
1:00
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Vidéo
klopt nu alles?
Het metalen blikje is een geleider en daarmee is ook het aantrekken van het neutrale blikje verklaard.
Maar ..
De muur is ongeladen en een isolator en toch trekken de muur en de ballon elkaar ook aan ..
.. wordt vervolgd
Slide 11 - Diapositive
Het elektrische veld
Als een lading op een positie een kracht ondervindt
dan zeggen we dat daar een elektrisch veld is.
Het verband is F = q . E.
Met veldlijnen geven we dat veld weer:
de kracht die een positieve lading ondervindt geeft de richting
de afstand tussen de veldlijnen ('lijnen dichtheid') geeft de grootte
Slide 12 - Diapositive
radiaal veld
homogeen veld
Slide 13 - Diapositive
Opgave 10.1
Opgaven 1 - 9
of korter
Opgaven 1, 2, 5, 6, 7, 9abc
Slide 14 - Diapositive
Opgave 2
teken zelf veldlijnen!
Slide 15 - Diapositive
Opgave 5: Vier situaties (ladingen zijn even groot en geven ieder E = 1,0 N/C in het midden)
Slide 16 - Diapositive
5a. Hoe groot is het veld in het midden?
A
+2,0 N/C
B
+1,0 N/C
C
0 N/C
D
-1,0 N/C
Slide 17 - Quiz
5b1. Het veld is in het midden het grootst bij
A
b
B
c
Slide 18 - Quiz
5b2. Het veld is het grootst bij
A
c
B
d
Slide 19 - Quiz
Uitleg opgave 5b2
Slide 20 - Diapositive
Uitleg opgave 5d
Slide 21 - Diapositive
Opgave 10.1
Opgaven 1 - 9
of korter
Opgaven 1, 2, 5, 6, 7, 9abc
Slide 22 - Diapositive
Weektaak
Begrijp je paragraaf 10.1?
Begrijp je de uitwerkingen van (minimaal) opgaven 1, 2, 5, 6, 7, 9abc?