Sinterklaas les
1 / 22
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat was de naam van Sinterklaas?
A
Sint Nikolaas
B
Sint Nicolaas
C
Sint Nicolas
D
Sind Nicolaas
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Vidéo
Welke drie zaken worden onderzocht?
A
Bloed, ontlasting, baardhaar
B
Vingerafdruk, baardhaar, botten
C
Bloed, vingerafdrukken, botten
D
Ontlasting, baardhaar, botten
Slide 4 - Quiz
Pepernoot
of
schuimpje?
of
schuimpje?
Slide 5 - Question ouverte
Wat is zwaarder: 1000 gram pepernoten of 1 kg marsepein?
A
1000 gram pepernoten
B
1 kg marsepein
C
Ze zijn even zwaar
D
1 kg marsepein dat is toch logisch...
Slide 6 - Quiz
Stola
Staf
Albe
Ring
Tabberd
Mijter
Mantel
Slide 7 - Question de remorquage
Slide 8 - Vidéo
Pepernoten
Taaitaai
Banketstaaf
Marsepein
Schuimpjes
Gevuld speculaas
Chocoladeletter
Kruidnoten
Slide 9 - Question de remorquage
Surprise maken
of
gedichtje schrijven?
of
gedichtje schrijven?
Slide 10 - Question ouverte
De appeltjes van Oranje zijn eigenlijk...
A
gewoon appels
B
pompoenen
C
sinaasappels en mandarijnen
D
abrikozen
Slide 11 - Quiz
Pepernoten bakken
of
chocoladeletter versieren?
of
chocoladeletter versieren?
Slide 12 - Question ouverte
De kerstman bestond
eerder dan Sinterklaas
A
waar
B
niet waar
C
wie is de kerstman?
D
ze zijn tegelijkertijd ontstaan
Slide 13 - Quiz
Sinterklaas zijn
of
Piet zijn?
of
Piet zijn?
Slide 14 - Question ouverte
Als je vroeger van iemand een speculaasje kreeg ...
A
mocht je een cadeautje uitpakken
B
moest je 10 pepernoten teruggeven
C
vond diegene je niet aardig
D
was diegene verliefd op je
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Vidéo
Per jaar worden er 15 miljoen chocolade letters gemaakt
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Van welke smaak
chocolade houd jij
het meest?
chocolade houd jij
het meest?
Slide 18 - Question ouverte
Welke chocolade letter wordt het meest verkocht?
A
I
B
S
C
P
D
M
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Vidéo
Als jij een dag
Sinterklaas zou
zijn, dan….
Sinterklaas zou
zijn, dan….
