M & Z H8 Verschillende wonden en ander letsel

Mens en zorg 
h 8 verschillende wonden en ander letsel
Je leert:

  • welke verschillenden wonden en letsels er zijn
  • welke EHBO je daarbij toepast
  • wat het verschil is tussen verslikken en verstikken
  • welke EHBO je toepast bij verslikken en verstikken

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

Éléments de cette leçon

Mens en zorg 
h 8 verschillende wonden en ander letsel
Je leert:

  • welke verschillenden wonden en letsels er zijn
  • welke EHBO je daarbij toepast
  • wat het verschil is tussen verslikken en verstikken
  • welke EHBO je toepast bij verslikken en verstikken

Slide 1 - Diapositive

Soorten wonden:
Schaafwond
(Diepe) snijwond
Splinterwond
Verschillende EHBO bieden bij deze wonden.


Slide 2 - Diapositive

Snijwond
Brandwond
Schaafwond
Bijtwond
kleine wond
Grote wond

Slide 3 - Question de remorquage

Sleep alles wat met kleine wonden te maken heeft, hier naar toe.
bijtwond
schotwond
snijwond
open wond

Slide 4 - Question de remorquage

Passen deze handelingen bij een snijwond of een schaafwond?
SNIJWOND
SCHAAFWOND
Bij veel bloedverlies bel je 112
Je verwijdert kleine steentjes met een pincet
Dek de wond af alleen als dit nodig is
Je dekt de wond af met steriel verbandmateriaal

Slide 5 - Question de remorquage

Wat doe je bij een grote open wond?
  • Is er een bloeding? Oefen dan druk uit op de wond en bel 112. 
  • Zitten er voorwerpen in de wond? Grote voorwerpen laat je in de wond zitten. Maar bij weinig risico’s (zoals bij een splinter) kun je het voorwerp wel verwijderen. 
  • Dek grote wonden direct af, zonder met water te spoelen. 
  • Professionele hulp inschakelen

Slide 6 - Diapositive

Wat doe je bij een kleine wond?
  •  Spoel de wond schoon met lauw stromend water. 
  • Zit er na het spoelen nog oppervlakkig vuil (zoals steentjes of autoglas) in de wond? Gebruik dan een pincet om dit te verwijderen. 
  • Dek een kleine wond af met steriel kompres, pleister, snelverband of schone doek. Zorg ervoor dat het verband niet over de wond schuift of eraf kan vallen. 

Slide 7 - Diapositive

De huisarts bellen
Je hoeft niet de huisarts te bellen
Je krijgt de wond goed schoon
Je hebt een wond aan je gezicht
Je hebt je gestoken met een groot voorwerp
Je hebt een wond aan je knieën
Je bent gebeten
Je kunt botten of spieren zien
De wond geneest niet

Slide 8 - Question de remorquage

Wat doe je bij een schaafwond?
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Spoel de wond schoon met lauw stromend water
Droog de omgeving van de wond voorzichtig met een schone doek
Afdekken met niet klevend steriel verband

Slide 9 - Question de remorquage

Tetanus

  • Tetanus is een infectieziekte
  • Besmetting door een bacterie die voorkomt in straatvuil en in de bodem. Via deze weg kan de bacterie in wonden terechtkomt
  • Tetanusvaccinatie
  • Op jonge leeftijd ingeënt
  • Vaccinatie is 10 jaar geldig




Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

EHBO bij brandwonden
eerst water de rest komt later!

  • eerste graads
  • tweede graads
  • derde graads
  • wanneer naar de dokter?

Slide 14 - Diapositive

Brandwonden
1e graads
2e graads
3e graads
Pijnlijk, rood, droog
Pijnlijk, rood, nat, blaren
Niet pijnlijk, wit of zwart, droog, 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Hoeveel graads brandwond zie je hier?
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads

Slide 17 - Quiz

Hoeveel graads brandwond zie je hier?
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads

Slide 18 - Quiz

Iemand heeft een tweedegraads brandwond. Wat hoort niet bij eerste hulp
A
Koelen met lauw stromend water
B
Het slachtoffer gerust stellen
C
Na het koelen losjes met metalline-verband verbinden
D
Een dikke laag koele brandzalf er op smeren

Slide 19 - Quiz

Hoe lang moet je koelen bij een brandwond?
A
1 minuut
B
10 minuten
C
5 minuten
D
15 minuten

Slide 20 - Quiz

Hoe koel je brandwonden?
A
met lauw stromend water, net boven de wond
B
met koud water, op de wond
C
met koud water, net boven de wond
D
met lauw water, op de wond

Slide 21 - Quiz

Wat klopt er wel bij de behandeling van een brandwond?
A
blaren prik je altijd door
B
je mag brandzalf gebruiken als EHBO'er
C
vastzittende kleding laat je zitten
D
koelen met ijs mag altijd

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo

Wanneer ben je buiten bewustzijn?
A
Iemand reageert niet op aanspreken of een pijnprikkel. De persoon ademt niet.
B
Als je heel erg benauwd bent en niet meer goed kunt praten.
C
Iemand heeft dan een scheve mond, praat verward en heeft een lamme arm
D
Iemand reageert niet op aanspreken of een pijnprikkel. De persoon ademt wel.

Slide 24 - Quiz

Wat is de eerste regel waar je aan moet houden als je hulp gaat verlenen?
A
Controleer het bewustzijn.
B
Controleer de ademhaling.
C
Let op gevaar.
D
Verplaats het slachtoffer bij gevaar.

Slide 25 - Quiz

Verschillende wonden en letsel
Verslikken








Verslikken = Als er eten in je luchtpijp komt.
  • Je gaat automatisch hoesten
  • Het slachtoffer is bij bewustzijn
  • Het slachtoffer is benauwd, maar kan praten of huilen

Slide 26 - Diapositive

Verschillende wonden en letsel
Verstikking








Verstikking = De luchtpijp wordt belemmerd.
  • Het slachtoffer kan niet meer hoesten
  • Het sclachtoffer wordt onrustig/angstig
  • Zonder hulp wordt het slachtoffer blauw en
    raakt buiten bewustzijn.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Vidéo

Een mevrouw in de bioscoop verslikt zich in een stukje popcorn. Wat gebeurd er op het moment dat de vrouw zich verslikt?
A
Op dat moment komt het stukje popcorn in haar luchtpijp
B
Op dat moment komt het stukje popcorn in haar maag
C
Op dat moment komt het stukje popcorn in haar slokdarm
D
Op dat moment komt het stukje popcorn in haar neus

Slide 31 - Quiz

Wat gebeurt er bij verslikken?
A
Er komt voedsel in de luchtpijp
B
Er komt lucht in de slokdarm
C
De huig sluit te laat
D
Er komt maagzuur omhoog

Slide 32 - Quiz

Wanneer is er geen sprake van een ernstige verslikking?
Het slachtoffer.............................
A
is onrustig, in paniek
B
grijpt mogelijk naar de keel
C
huidskleur wordt steeds blauwer
D
Het slachtoffer kan nog ademen

Slide 33 - Quiz



Er schiet een stukje appel verkeerd, hierdoor is er sprake van een lichte verslikking wat voor een eerste hulp verleen je?
A
Hulp roepen, 112 bellen
B
Aanmoedigen te blijven hoesten
C
5 slagen tussen de schouderbladen geven
D
5 buikstoten geven

Slide 34 - Quiz

Bij een verslikking
A
gebruik je Heimlich
B
geef je 5 stoten tussen de schouderbladen
C
verwijder zichtbaar voorwerp
D
alle drie

Slide 35 - Quiz

Wat doe je als iemand geen ademhaling meer heeft bij een verslikking?
A
112 bellen
B
reanimeren
C
buikstoten geven
D
rug slagen geven

Slide 36 - Quiz