H8.1 en 8.2

• MAW
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

H8 Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk

Inauguratie speech Biden: 4:00 - 8:40

- Leg uit wat deze speech te maken heeft met het kernconcept sociale cohesie en gebruik minstens 1 citaat / stukje uit de speech.

- Kies minstens 2 andere kernconcepten van de placemat die op de inhoud van de speech toepasbaar is en werk deze uit.

https:

H8.1. Wat heeft de bestorming van het capitool te maken met Macht en gezag en representatie en representativiteit H8.2.  blz 138- 141. Lees eerst de paragrafen 8.1 en 8.2. Koppel daarna deze 3 begrippen aan deze gebeurtenis.  zie ook placemat. Werk Samen!!! niet verdelen.

Wat zijn de signaalwoorden van de definitie macht zie placemat

1. vermogen, doelstellingen, anderen
2. hulpbronnen en handelingsmogelijkheden van anderen beperken/vergroten
3. hulpbronnen, doelstellingen, handelingsmogelijkheden van anderen beperken/vergroten

Macht

hulpbronnen: politie, militairen ( het leger)

doelstellingen: vrij maken van het capitool, bezetting opheffen

handelingsmogelijkheden van anderen beperken/vergroten: bestormers capitool het gebouw uit krijgen door waterkanonnen, wapens, wapenstokken. Bestormers oppakken

De overheid heet macht omdat zij hulpbronnen als politie en het leger  kan inzetten om hun doel te behalen namelijk: vrij maken van het capitool, bestorming beëindigen. Dat doen ze door de bestormers gewelddadig uit het Capitool te verdrijven. Dus ze beperken de mogelijkheden van de bestormers  door gewelddadig te kunnen optreden. 

Wat zijn de signaalwoorden van gezag

1. macht
2. legitieme macht
3. legitiem

gezag  

Hoe zit het met het gezag van Biden? 

macht: politieke macht: hij is president van Amerika

legitiem: vindt men dat hij macht mag hebben en uitvoeren? 

De capitoolbestormers vinden niet dat Biden aan de macht mag komen, dus accepteren ze zijn macht niet en heeft Biden dus geen gezag  bij hen.

signaalwoorden representativiteit

1. (politieke) besluiten, standpunten of kenmerken van vertegenwoordigers
2. (politieke) besluiten, standpunten of kenmerken van vertegenwoordigers, overeenkomen
3. (politieke) besluiten, standpunten of kenmerken van vertegenwoordigers, overeenkomen met groep
4. afspiegeling van de burgers

representativiteit: de mate waarin

(politieke) besluiten, standpunten of kenmerken van vertegenwoordigers: Trump is republikein en Biden democraat. 

overeenkomen met groep: capitoolbestormers zijn republikeinen. 

Biden is de gekozen president. Hij is democraat. Dus zijn standpunten komen niet overeen met de standpunten van de capitoolbestormers, want zij zijn republikeins.

Neem je voor eigen voorbeeld (zie planner) en H8.1. Wat heeft jouw voorbeeld te maken met Macht en gezag en representatie H8.2. Lees eerst de paragrafen 8.1 en 8.2. Koppel daarna deze 3 begrippen aan deze gebeurtenis. Werk Samen!!! niet verdelen.