Het huishouden doen en De was doen ( bs 2 en 3)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

	Vak: Biologie Hoofdstuk: 6.2 het huishouden doen
1.	Lesopening
2.	Terugblik
3.	Lesdoel
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Open je boek op blz. 75

2. Terugblik

- Wanneer ben je alleenstaand? Wat is een ander woord?

- Wat is een grootfamilie?

- Een aantal mensen wonen samen in een huis, maar hebben geen relatie. Hoe noem je deze manier van wonen?

- Wat is emancipatie?

- Wie is Aletta Jacobs?

- Wat is rolgedrag?

3. Lesdoel

Aan het einde van deze les kun je:

- benoemen wat zorgtaken zijn.

- benoemen wat het verschil is tussen opruimen en schoonmaken. 

- benoemen hoe je handig schoonmaakt. 

4. Instructie

Het huishouden doen

De was doen

Het huishouden doen

• hygiene om ziekten te voorkomen

• let op je lichaamshouding

• zorg voor veiligheid voor jezelf en anderen

• Gebruik milieuvriendelijke schoonmaakspullen

Let op wat je koopt

Let op je uitgaven voor het huishouden

6. Zelfstandig werken

Je leest blz. 75 t/m 79  en maakt opdr. 19 + 22 t/m 26

Klaar? Dan stuur je een foto van je werk naar de juf. 

Akkoord? Dan stuurt ze je de antwoordbladen en kijk je je werk na, verbeter waar nodig met een andere kleur. 

Indien nodig stuur je daarna nog foto's naar de juf. 

	Vak: Biologie Hoofdstuk: 6.3 de was doen
1.	Lesopening
2.	Terugblik
3.	Lesdoel
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Open je boek op blz. 83

2. Terugblik

Je doet wat er van je verwacht wordt. Is dat rolgedrag?

1. Ja
2. Nee

Is agent zijn een mannen beroep?

1. Ja
2. Nee

Afwassen is een zorgtaak

1. Ja
2. Nee

Hoe noem je het als iemand een liefdesrelatie heeft maar niet samen woont?

1. Woongroep
2. Gezin
3. LAT-relatie
4. gehuwd samenwonen

Bij een grootfamilie wonen; ouders, kinderen en kleinkinderen in een huis.

1. Ja
2. Nee

1. Een recht is wat je wel en niet mag doen.
2. Een plicht is wat je wel en niet moet doen.
Welke stelling(en) is/zijn juist?

1. Alleen 1
2. Alleen 2
3. 1 en 2
4. beide zijn onjuist

Een goede poetsvolgorde is eerst met een natte doek, daarna met een droge doek.

1. Juist
2. Onjuist

Opruimen =

1. alle spullen op hun plek leggen
2. weghalen van stof en (onzichtbaar) vuil

Huisstofmijten zie je met het blote oog.

1. Ja
2. Nee

3. Lesdoel

Aan het einde van deze les kun je:

- het verschil tussen synthetische en natuurlijke vezels benoemen. 

- eigenschappen van verschillende stoffen benoemen. 

- benoemen op welke manieren je was kunt sorteren. 

- de betekenis van symbolen op een etiket benoemen. 

De was doen

Was doen

Wie doet de was?

Je doet de was zelf, met een machine of met de hand.

Je doet de was zelf in de wasserette.

Je brengt het wasgoed naar een wasserij.

Je brengt het wasgoed naar een stomerij.

behandelingsetiket

Hoe was je het kledingstuk

Samenstellingsetiket

Waar is de stof van gemaakt

Waarop sorteren

6. Zelfstandig werken

Je leest blz. 83 t/m 90  en maakt opdr. 29 t/m 37 (-35).

Klaar? Dan stuur je een foto van je werk naar de juf. 

Akkoord? Dan stuurt ze je de antwoordbladen en kijk je je werk na, verbeter waar nodig met een andere kleur. 

Indien nodig stuur je daarna nog foto's naar de juf.