lees de tekst twee keer en maak aantekeningen in de tekst.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Examen 2018
Lees de tekst:
De keerzijde van het spotprijsparadijs
Let op:
lees de tekst twee keer en maak aantekeningen in de tekst.
Slide 1 - Diapositive
Een tekst kan op verschillende manieren ingeleid worden. bijvoorbeeld door 1 een belangrijke conclusie voorop te stellen 2 een samenvatting van de tekst te geven 3 een voor de tekst belangrijke vraag te stellen 4 een voorbeeld bij het onderwerp te geven Welke twee manieren worden in alinea’s 1, 2 en 3 gebruikt om de tekst in te leiden?
A
1 en 2
B
1 en 4
C
2 en 3
D
2 en 4
Slide 2 - Quiz
In alinea 3 staat: “Koopverslaving is een aandoening geworden, ‘ontspullen’ een trend (…).”
In welke andere alinea komt deze tegenstelling het duidelijkst terug?
A
alinea 5
B
alinea 6
C
alinea 7
D
alinea 8
Slide 3 - Quiz
In alinea 4 zeggen Lisa en Renée dat ze het eigenlijk afschuwelijk vinden om bij Primark te winkelen. Noem de drie redenen die zij in alinea 4 geven waarom ze liever niet bij Primark winkelen.
Slide 4 - Question ouverte
Welke zin uit alinea 5 geeft het duidelijkst aan wat Lisa en Renée eigenlijk vinden van de producten die te koop zijn bij Primark?
A
“Een beetje neuzen is vrouwen eigen.”
(regels 46-47)
B
“En nu zitten ze hier met allebei twintig paar sokken, een shirtje, twee shortjes, een olifantenpyjamabroek en een kaars.”
(regels 47-50 )
C
“Wij zijn wat ouder, we weten zo langzamerhand wat onze kledingstijl
is.” (regels 52-54)
D
“Als wij iets écht leuks willen, gaan we liever naar wat kleinere winkels.” (regels 54-56)
Slide 5 - Quiz
“Veel mensen kopen daar om het kopen”, zegt Renée. “Zo zijn wij niet.” (regels 50-52) Citeer de zin uit alinea 5 die de bewering van Renée tegenspreekt.
Slide 6 - Question ouverte
“Maar ja, ik ben natuurlijk niet de doelgroep van Primark. Ik ben boven- dien niet het type dat graag winkelt.” (regels 135-138) Welk verband bestaat er tussen deze twee zinnen?
De tweede zin
A
geeft een conclusie bij de eerste zin.
B
laat een gevolg zien bij de eerste zin
C
noemt een voorbeeld bij de eerste zin.
D
vormt met de eerste zin een opsomming.
Slide 7 - Quiz
“Wooldrik vaart haar eigen koers.” (regel 115) Leg uit wat er met deze zin bedoeld wordt en geef een passend voorbeeld bij de betekenis uit alinea 11.
Slide 8 - Question ouverte
Ans Wooldrik geeft in alinea 12 twee keerzijden aan van Primark.
Noteer de twee verschillende keerzijden die zij noemt.
Slide 9 - Question ouverte
“Enkele meters vanaf het gekrioel in Primark begroet goud- en zilversmid Cees Wolf iedere klant die binnenkomt.” (regels 140-143)
Welke uitspraak past het beste bij deze zin?
A
De winkel van Wolf draait niet zo goed. Daarom moet hij iedere klant persoonlijk begroeten.
B
Primark heeft heel veel klanten. Het personeel wil daarom niet iedere klant begroeten.
C
Wolf begroet iedere klant persoonlijk. Bij Primark kan dat niet door de drukte.
D
Wolf heeft niets beters met zijn tijd te doen. Daarom begroet hij iedere klant die binnenkomt.
Slide 10 - Quiz
Alinea 13 bevat een voorbeeld. Waarom wordt dat voorbeeld gegeven? om aan te tonen dat er winkels zijn
A
die meer tegenstanders hebben dan Primark
B
die veel langer bestaan dan winkels als Primark
C
met andere waarden dan winkels als Primark
D
waar het meer om in- en verkoop draait dan bij Primark
Slide 11 - Quiz
Citeer de zin uit alinea 1, 2 of 3 die het beste de hoofdgedachte van de tekst weergeeft.
Slide 12 - Question ouverte
Examen 2018
Lees de tekst:
Een reis om de wereld in 177 foto’s
Let op:
lees de tekst twee keer en maak aantekeningen in de tekst.
Slide 13 - Diapositive
Wat is de belangrijkste functie van de afbeeldingen in deze advertentie?
De afbeeldingen
A
trekken de aandacht.
B
voegen nieuwe inhoudselementen aan de tekst toe.
C
zijn nodig om de tekst te kunnen begrijpen.
Slide 14 - Quiz
Wat is het belangrijkste doel van deze advertentie?
De advertentie wil de lezer
A
aansporen een bedrag van minimaal € 39,95 aan het WNF te geven.
B
informeren dat Humberto Tan een boek met prachtige natuurfoto’s heeft gemaakt.
C
meedelen dat het boek Aarde op 1 slechts in beperkte oplage is gedrukt.
D
overtuigen dat we zuinig op de indrukwekkende natuur moeten zijn.
Slide 15 - Quiz
In de tekst onder de afbeeldingen en in de cirkel wordt gezegd dat het boek Aarde op 1 gratis is. Deze bewering in de advertentie is tegenstrijdig met de overige inhoud van de advertentie. Leg uit wat de tegenstrijdigheid is.
Slide 16 - Question ouverte
Op welke doelgroep richt deze advertentie zich vooral?