Kracht en arbeid

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

krachten in constructies

T4 Tentamen 1

Herhaling:

De nettokracht kun je uitrekenen door alle voortstuwende krachten te nemen en daar alle tegenwerkende krachten van af te halen.

Voortstuwende kracht is de motorkracht af de spierkracht

tegenwerkende kracht is de rolwrijving, de luchtweerstand, de remkracht.

De eenheid van kracht is de Newton (N)

Doelen van deze les.

• Het verband tussen bewegen en energie (arbeid) kracht en versnelling zien.
• Kunnen werken met de formules :

W=F⋅s

F=m⋅a

Neem voor je:

• schrift, pen, potlood, geodriehoek
• rekenmachine
• binas
• telefoon op de tafel voor je.

Maak aantekeningen in je schrift van de uitleg.

00:59

Zoek op in je binas.
De eenheid van Arbeid

1. Joule
2. Newtonmeter
3. Newton/meter
4. kilowattuur

01:21

In welke tabel in je binas staan de symbolen van de grootheden?
(ook de eenheden staan in die tabel.)

1. 5
2. 6
3. 7
4. 15

01:21

In welke tabel in je Binas staat de formule voor Arbeid?

1. 5
2. 6
3. 7
4. 10

01:21

W = F * s

De inspanning (energie die het kost) om een doos met boeken de trap op te tillen is groter dan de inspanning die je moet doen om een lege doos de trap op te tillen. 

De zwaartekracht (F) van de doos is groter, dus de inspanning ook.

De inspanning die het kost om een doos drie trappen op te tillen is groter dan de inspanning die je moet doen om dezelfde doos één trap op te tillen.

De afstand (s) is groter, dus de inspanning is ook groter.

01:46

Welke formule ga je gebruiken?

01:46

Bepaal (= alleen antwoord noteren) het gewicht (de zwaartekracht) die de man moet optillen

01:46

Noteer de gegevens die je nodig hebt om de arbeid uit te rekenen.

01:46

Noteer de grootte van de arbeid.
Vergeet de eenheid niet.

Berekenen van de afgelegde weg.

Het kan ook zijn dat je de arbeid weet en dat je moet uitrekenen wat de afstand is.

Bijvoorbeeld een auto gaat remmen. De totale remkracht is 1000 N en de energie (de arbeid) die nodig is voor het remmen is 18 500 J.

Bereken de remweg die nu nodig is.

Omzetten van de formule

W = F * s

• achter de = staat een keersom
• noteer de keersom onder de streep
• noteer de andere component boven de streep.
• dek de vraag (s) af en kijk wat er over blijft.
• je houdt over:

dus de formule wordt: 

.....   x   .....

.....

​F​​W​​

s=​F​​W​​

Berekening

formule:	gegevens:
som:	antwoordzin: s = 18,5 m

s=?

W=18500J

F=1000N

s=18,5m

Dus wat is arbeid?

s=​F​​W​​

Van nettokracht naar vertraging of versnelling

Als de nettokracht geen nul is heb je een verandering van snelheid.

Voor de versnelde beweging en de vertraagde beweging geldt hetzelfde.

De nettokracht (F) wordt groter als de massa (m) groter wordt

(een vrachtauto heeft meer vermogen nodig om te versnellen of vertragen dan een personen auto).

De nettokracht wordt groter als er harder geremd of opgetrokken wordt, dus als de versnelling (vertraging) (a) groter wordt.

Van nettokracht naar vertraging of versnelling

Wat betekent de F?

Wat is de eenheid van de F?

Wat betekent de m en wat is de eenheid?

Wat betekent de a en wat is de eenheid?

(gebruik je binas, tabel 6)

F=m⋅a

Welke grootheid wordt er aangegeven met de letter F

Wat is de eenheid van de kracht

Welke grootheid wordt er aangegeven met de letter m

Wat is de eenheid van de massa

Welke grootheid wordt er aangegeven met de letter a

Wat is de eenheid van de versnelling (vertraging)

Huiswerk

Maak de vragen van paragraaf 11.3 in je werkboek (digitale versie gaat weg op 1 oktober)