Les 9 M3 H1 Structuur, evenwicht en prestaties

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4,5

Les 9 M3 H1 Structuur, evenwicht en prestaties

Wat gaan we vandaag doen?

• Toets bespreken
• Periode bespreken
• Hoofdstuk 1 van module 3 bespreken
•  Zelf aan de slag

Toets bespreken

• Geen pennen op tafel
• Niet eens met een beoordeling? Geef het aan, wordt na de les naar gekeken 

Periode

Deze periode 4 hoofdstukken:

Module 3: Hoofdstuk 1 en 2

Module 4: Hoofdstuk 1 en 2

Veel theoretische modellen waarmee je moet leren werken. Zorg dus dat je je huiswerk bijhoudt

Marktvormen

Waarom zijn er duizenden kapperszaken en maar een paar oliebedrijven?

Wat is een markt?

• Concrete markt: veilingen, Beverwijk, marktplein, Marktplaats.
  
• Abstracte markt: huizenmarkt, gasmarkt, benzinemarkt.
  

         Alle elementen die te maken hebben met de

          verhandeling van producten. (vragers, kopers en de prijs)

Verschillende marktvormen

Afhankelijk van vooral 3 belangrijke kenmerken:

• Aantal aanbieders
• toetredingsdrempel
• Productdifferentiatie

Aantal aanbieders

• 1 aanbieder
• een paar aanbieders
• heel veel aanbieders 

Toetredingsdrempel

Wat weerhoudt een bedrijf om een markt te betreden?

• Een miljoeneninvestering
  
• Vergunning
  
• Wet/Regelgeving

Productdifferentiatie

• Homogene producten: Producten die
  in de ogen van de consument hetzelfde zijn

• Heterogene producten: Producten die in de ogen van de consument van elkaar verschillen

Combinaties maken marktvormen

5 verschillende marktvormen:

1. Volkomen concurrentie
   
2. Monopolistische concurrentie
   
3. Heterogeen Oligopolie
   
4. Homogeen oligopolie
   
5. Monopolie

Volkomen concurrentie

• Veel aanbieders
  
• homogeen product
  
• Bestaat in principe alleen theoretisch, omdat je hiervoor theoretisch gezien geen
  toetredingsdrempel hebt

Monopolistische concurrentie

• Veel aanbieders
  
• Heterogeen product 

Heterogene oligopolie

• 5 tot 10 aanbieders hebben
  

80% van de markt in handen

• Heterogeen product

Homogene oligopolie

• 5 tot 10 aanbieders hebben de markt in handen
  
• Homogeen product 

Monopolie

1 aanbieder die de prijs bepaalt (prijszetter)

 Zeer onwenselijk voor de economie

Zelf aan de slag