Verwijswoorden H4- 1hv

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Voordat we gaan beginnen...

10 minuten lezen uit je leesboek

In stilte!

Spelling werkwoorden

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Persoonsvorm verleden tijd / voltooid deelwoord

Spelling werkwoorden

1. Vanochtend (gebeuren) er een ongeluk.

2. Is er vanochtend een ongeluk (gebeuren)?

3. Mariska (verhuizen) vandaag naar Den Haag.

4. Is Mariska vandaag naar Den Haag (verhuizen)?

5. Ik (branden) mijn vingers aan het vuur.

6. Ik (branden) gisteren mijn vingers aan het vuur.

Formuleren

verwijswoorden

Het schilderij heeft ..... plaats in het museum behouden.

1. zijn
2. haar

Als je een product koopt en .... gaat stuk, heb je recht op garantie

1. hij
2. zij
3. het

Heeft deze onderneming .... werknemers een bonus gegeven?

1. haar
2. zijn

Omdat het gebouw zo oud is, wordt .... gerepareerd.

1. hij
2. zij
3. het

Theorie

Verwijswoorden

Een verwijswoord wijst terug naar een woord dat eerder genoemd is --> mannelijk/vrouwelijk/onzijdig

De-woorden: mannelijk of vrouwelijk (woordenboek!)

            hem/haar/zijn/deze/die    -      zij/ze/haar/deze/die

Het-woorden: onzijdig

             het/zijn/dit/dat

Even oefenen

Omdat de universiteit minder geld krijgt, neemt ...... minder studenten aan.

1. dit
2. deze

Ik heb in mijn tuin een vijver aangelegd, maar .... loopt nog steeds leeg.

1. hij
2. ze

Het boek ... ik laatst gelezen heb, vond ik erg leuk.

1. die
2. dat

De laptop was kapot en ... heb ik laten repareren.

1. die
2. dit

Wanneer dit aanbod je niet bevalt, kun je ..... beter niet accepteren.

1. hem
2. het

Woensdag 13 april

Opdrachten Formuleren H4 (verwijswoorden)

NN online

Zelfstandig en stil

Klaar? Lees verder uit je leesboek of werk verder aan ander huiswerk.