Interieurontwerp en design

INTERIEURONTWERP & -DESIGN
INTERIEURONTWERP & -DESIGN
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BouwtechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

INTERIEURONTWERP & -DESIGN
INTERIEURONTWERP & -DESIGN

Slide 1 - Diapositive

THEORIE TOETS
  • De Menselijke maat
  • Ontwerp bouwstenen
  • Interieur stijlen
     
  • Kleur
  • Materialen 
  • Verlichting
     
  • Ontwerp proces (Schetsontwerp, Voorlopig ontwerp, Definitief ontwerp)

Slide 2 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van een menselijke maat?
A
Een blauw geschilderde muur
B
Een tweepersoonsbed van 1.80 bij 2.00 meter
C
Vloerbedekking in de woonkamer

Slide 3 - Quiz

MENSELIJKE MAAT
Er zijn ook een aantal algemene kenmerken. Deze zijn voor bijna iedereen belangrijk bij het inrichten van een ruimte. Deze kenmerken noem je ‘de menselijke maat’. Het zijn maten die passen bij de gemiddelde grootte van een mens.

Slide 4 - Diapositive

Noem twee dingen die passen bij een interieur waarin de menselijke maat belangrijk is

Slide 5 - Question ouverte

ONTWERPBOUWSTENEN
  • Ruimte: Ruimtes worden gemaakt door wanden, vloeren, ramen en plafonds. Het zijn de grenzen van je ontwerp.
     
  • Lijnen: Door lijnen kun je visuele effecten creëren. Een ruimte lijkt dan anders van vorm. Gebruik ronde, rechte of diagonale lijnen.
     
  • Vormen: Vormen moeten bij de functie van een ruimte passen. Vaak worden dezelfde vormen gecombineerd. Onderdelen passen dan bij elkaar.
     
  • Texturen: Textuur is de waarneembare structuur. Hoe ziet iets er uit? Bijvoorbeeld een ongelijke ondergrond door metselwerk. Grove structuren zie je vaak in grote ruimtes. Gladde in kleine ruimtes.
     
  • Patronen: Een patroon ziet er bijzonder uit. Je ziet steeds dezelfde decoratie op een ondergrond.
     
  • Kleuren: Gebruik kleur om je interieur vorm en gevoel te geven!

Slide 6 - Diapositive

Ruimte
Lijnen
Vorm/Functie
Texturen
Patronen
Kleuren

Slide 7 - Question de remorquage

INTERIEURSTIJLEN
Dit keuzevak kent verschillende interieurstijlen:
  • Modern
  • Trendy
  • Retro
  • Landelijk
  • Klassiek
  • Chique

Slide 8 - Diapositive

Op welke afbeelding zie je een voorbeeld van een landelijke interieurstijl?
A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

Op welke afbeelding zie je een voorbeeld van een moderne interieurstijl?
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

MODERN
Een moderne interieurstijl staat voor: natuurlijk, functioneel, no nonsens, verantwoord, echt en rust.

Je herkent de stijl aan:
strakke vormen.
De kleuren zijn rustig.
Accenten zijn er in verzadigde kleuren.
natuurlijke materialen zoals hout, katoen en leer.

Slide 11 - Diapositive

TRENDY
Een andere naam voor trendy is kleurrijk of jong. Als het maar hip is! Een trendy interieurstijl is:
apart, uitdagend, opvallend, modieus, creatief, dynamisch en eigenwijs.

Je herkent de stijl aan:
strakke vormen
drukte
veel dessins
veel kleur

Slide 12 - Diapositive

RETRO
Een andere naam voor retro is vintage. Het doet denken aan een interieurstijl van vroeger. Retro wordt tegenwoordig veel gebruikt. Een retro interieurstijl is: praktisch, gebruiksvriendelijk en vrolijk.

Je herkent de stijl aan:

de eenvoudige vormgeving
grote dessins
de kleuren zijn licht met pasteltinten. 
Er wordt afgewisseld met meer verzadigde kleuren.

Slide 13 - Diapositive

LANDELIJK
Ruim een derde van de mensen houdt van de landelijke stijl. Dat is de grootste groep mensen. Een landelijke interieurstijl is: toegankelijk, gezellig, sfeervol, warmte, vertrouwd en natuurlijk.

Je herkent de stijl aan:
- warme pastel kleuren
- veel designs
- verweerde materialen
- hout
- romantische vormen
- veel accessoires

Slide 14 - Diapositive

KLASSIEK
Een klassieke interieurstijl staat voor: ambachtelijk, comfort, traditioneel, kwaliteit en een luxe uitstraling.

Je herkent de stijl aan:
- romantische vormen
- veel dessins
- warme kleuren
- een authentieke invloed

Slide 15 - Diapositive

CHIQUE
Je kunt een chique interieurstijl omschrijven als: luxe uitstraling, warmte, geborgenheid en robuust.

Je herkent de stijl aan:

- natuurlijke materialen. Zoals hout, staal, 
natuursteen, leer en andere dierlijke materialen.
- De kleuren zijn rustig, natuurlijk en vaak donker.
- Er wordt vaak gewerkt met tegenstellingen. 
Zoals glans – mat en zacht – hard.

Slide 16 - Diapositive

Trendy
qhique
Landelijk
Retro
modern
Klassiek

Slide 17 - Question de remorquage

Apart, uitdagend, opvallend, Strakke vormen en drukte 
Natuurlijk, functioneel, no nonsens, echt en rust. Strakke vormen rustige kleuren
Interieurstijl van vroeger. Praktisch gebruiksvriendelijk en vrolijk
Warme pastel kleuren verweerd materiaal, romantische vormen en veel accessoires
Trendy
Retro
landelijk
qhique
modern
klassiek

Slide 18 - Question de remorquage

ZOEK HET UIT
- Materialen
- Kleuren
- Sfeer
- Doelgroep
- Afbeelding
Kies een interieur stijl en geef een kleine presentatie over deze stijl aan de klas.

Modern
Trendy
Retro
Landelijk
Klassiek
Chique

Slide 19 - Diapositive

Vertel wat je hebt gevonden

Slide 20 - Question ouverte

Welke interieur stijl
past bij jou?

Slide 21 - Carte mentale

ONTWERP PROCES
- Schets Ontwerp
Dat is een tekening van je eerste ideeën op basis van het gesprek met de klant.

- Voorlopig Ontwerp
Je werkt je schetsontwerp uit aan de hand van de feedback van de klant. 
Je tekening wordt steeds gedetailleerder.

- Definitief Ontwerp
Je maakt werktekeningen en berekent de prijs van het uiteindelijke ontwerp zodat iedereen aan de slag kan.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Waarom moet je goed luisteren naar een klant en regelmatig een terugkoppeling geven.
A
om te zeggen dat zijn idee slecht is
B
Om zeker te zijn dat hij het wel kan betalen
C
Zodat je samen kan bijsturen naar gewenste resultaat
D
Je moet luisteren anders is dat onbeleefd.

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Noem de zes bouwstenen van
een interieur

Slide 28 - Carte mentale

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

RGB maakt gebruik van drie kleuren bijvoorbeeld 121418

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Lien

Slide 33 - Diapositive

OPDRACHT 1: MOODBOARD

Slide 34 - Diapositive

houten vloer
PVC
Tegels
Stenen vloer
Beton
Laminaat
Tapijt

Slide 35 - Question de remorquage

Welke soort vloer lijkt op een houten vloer?
A
Tapijt
B
Laminaat
C
Tegels
D
pvc

Slide 36 - Quiz

Noem verschillende
type wandafwerking

Slide 37 - Carte mentale

Slide 38 - Diapositive

Welke soort wanden hebben een gladde afwerking
A
Baksteen
B
Lambrisering
C
stuckwerk
D
Behang

Slide 39 - Quiz

Verlichting
Ook lampen en licht zijn van invloed op de beleving van een ruimte. Dat komt door de ‘lichttemperatuur’.
Hoe hoger de temperatuur van het licht, hoe witter je het licht vindt.

Slide 40 - Diapositive

Basis verlichting
Taak verlichting
Accent verlichting
Sfeer verlichting
Voorwerpen benadrukken
Praktische functie
verlicht ruimte egaal
Om sfeer te creeeren

Slide 41 - Question de remorquage