V4 oefenvragen Part 1.

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Leerdoel 1:

1. De leerling weet de globale ontstaansgeschiedenis van Engeland en welke volken het eiland bewoonden in de periode vanaf de romeinse tijd tot ongeveer 1400.

welke volken bewoonden het eiland in de periode vanaf de romeinse tijd tot ongeveer 1400.

1. Romeinen, Marokkanen, Hongaren
2. Romeinen, Friezen, Chinezen
3. Romeinen, Duitsers, Vikings
4. Engelsen, Britten, Anglosaxen

Leerdoel 2: de leerling kent het verhaal van Beowulf

Beowulf:

2.1 de leerling herkent Old English – waarin het overeenkomt en verschilt van modern Engels, en hoe dat komt.

2.2 de leerling weet wat de structurele kenmerken zijn van dit gedicht – hij kan alliteratie, herhaling en kennings herkennen en aanwijzen. Ook kan hij de functie van deze stijlvormen benoemen.

2.3 de leerling kan een aantal eigenschappen benomen van de personages uit het gedicht ‘Beowulf’

Who are some of the main characters of Beowulf?

How does Aliteration work?

Middle of p. 8

Main characters Beowulf:

The most important Beowulf characters are Beowulf himself, who is the hero and one of the Geats, a group from what is now Sweden; Hrothgar, king of the Danes; and Wiglaf, a warrior and close friend of Beowulf's.

What are some of the superpowers in Beowulf?

Leerdoel 3 

de leerling heeft kennis over verschillende zaken uit de Middeleeuwen.

- de leerling kan uitleggen wat de relevantie is van de Anglo-Saxon Chronicle

- de leerling kan uitleggen hoe deze chronicle tot stand kwam en welke invloeden zichtbaar zijn inde verschillende chronicles.

- de leerling kan de hoofdlijnen uit de geschiedenis benoemen en ordenen.

- de leerling weet hoe de samenleving ( sociaal) was opgebouwd en hoe deze verschilde van nu

- de leerling weet wat voor (soort) teksten er werden geproduceerd, door wie, en waarom

Hoe was de samenleving opgebouwd? Driehoek? 3 groepen?

Wat is de relevantie van de Anglo- saxon Chronicle?

Who wrote the Anglo-Saxon Chronicles?

Startklaar

Zakkie with telephone inside.

Book on page 172.

No laptop.

P. 172, fill in

Terugblik-opdracht

Leerdoelen

1. R
2. T1
3. T2
4. I

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Leerdoelen

1. R
2. T1
3. T2
4. I

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Instructie 

Instructie 

Controlevragen

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

Aan de slag

Nabespreking

Begrippen uit deze les

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen