2HV - les 7 llamarse

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Programa

1. Controlar los deberes
   
2. las clases anteriores
3. Verbo LLAMARSE
4. Verbo SER
5. Deberes
   

Deberes

Estudiar:

Voca Unidad 1 blz 105 NL-SP

1-60

Estudiar:

Lidwoorden

Getallen 0-20

Persoonlijke voornaamwoorden

Ser

Weet jij de persoonsvormen in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. 

Doe daarna het zelfde met de rode kaartjes. 

YO

TÚ

ÉL, ELLA, USTED

NOSOTROS, NOSOTRAS

VOSOTROS, VOSOTRAS

ELLOS, ELLAS, USTEDES

ik

jij

María y Pepe

zij (mv)

u 

wij

hij

jullie

zij

mi hermano y yo

u (mv)

Isabel y tú

Juan

señor González

Sleep de vertaling van de werkwoord "Ser" naar de juiste plek!

(ik ben)

zij is

hij is

wij zijn

jij bent

jullie zijn

u bent

zij zijn

nosotros somos

yo soy

él es

ellos-ellas - ustedes son

ella es

vosotros sois

tú eres

usted es

Zet het pvw op de juiste plek

3.  ................ escucho música en mi habitación.

1. ..............hablas con amigos en el salón.

2. ..............camina por el parque.

5. .............................trabajamos en el hotel.

4. ................cantáis muy bien.

6. .........................cantan en la ducha.

Yo

Tú

Tú y Carlos

Nosotros

Pedro

Ellos

Zet de juiste vervoeging van SER in de zinnen.

Amy y Sam _____ (Ser) mis alumnas.

Charissa y yo______(Ser) amigas.

Tú________ (Ser-tú) una persona unica.

Yo _______ (Ser) holandés y vivo en Huizen.

Emmy y tú _____(Ser-vosotros) en holandesas.

son

somos

eres

soy

sois 

Llamarse

Wederkerend werkwoord

Ik noem mij

Jij noemt jou

...

Pág 14, ej. 2

Dit werkwoord bestaat uit 2 woorden (wederkernd ww) !!!!

Dit werkwoord bestaat maar uit één woord.

Trabajamos ONLINE

1. Ga naar de LEERMIDDELEN in magister

2. Ga naar compañeros 

3. Klik aan: compañeros huiswerk

4. Klik aan: H1 

5. Klik aan: 1.2 gram

6. Voor uitleg klik A & B

7. Maak: ej 1 tm 6

Comunicación

Página 16, ej. 1 & 2

1. Vertaal de gesprekjes naar het NL

2. Gesprekje met klasgenoot

Hoe zeg ik in het Spaans: Wij heten María en Juan

1. Nos llamamos María y Juan
2. Os llamamos María y Juan
3. Te llamamos María y Juan
4. Yo llamamos María en Juan

Hoe zeg ik in het Spaans: Ik HEET Jorge

1. Soy Jorge
2. Te llamo Jorge
3. Me llamo Jorge
4. Eres Jorge

Quizlet (live)

Oefen de quizlets van het werkwoord LLAMARSE en SER (zie classroom)

Deberes

Estudiar:

Voca Unidad 1 blz 105 NL-SP

1-60

Lidwoorden

Getallen 0-20

Persoonlijke voornaamwoorden

Ser

Llamarse