Woordenschat 3F - Inleiding

Taalverzorging - Woordenschat 3F
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Taalverzorging - Woordenschat 3F

Slide 1 - Diapositive

Woordenschat

Slide 2 - Carte mentale

Hoe belangrijk vind jij jouw woordenschat?
0100

Slide 3 - Sondage

In (examen-)teksten staan nogal eens moeilijke woorden.
Voor een goed begrip van de tekst is kennis van die woorden belangrijk.
Je hoeft hier niet altijd direct een woordenboek voor te gebruiken.
Hieronder bespreken we aantal strategieën die je kunt gebruiken om achter de betekenis van zo’n woord te komen.
  • In (examen-)teksten staan nogal eens moeilijke woorden.
  • Voor een goed begrip van de tekst is kennis van die woorden belangrijk.
  • Je hoeft hier niet altijd direct een woordenboek voor te gebruiken.


Inleiding

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Woordstrategieën
  1. Stel eerst vast of het belangrijk is dat je de betekenis kent. Als dat niet essentieel is, kan je gewoon doorlezen.
  2. Kijk of er een voetnoot onder de tekst staat waarin de betekenis wordt gegeven.
  3. Ken je de betekenis uit een ander taal?
  4. Kan je de betekenis uit de context (de zinnen eromheen) afleiden?
  5. Ken je een deel (voor- of achtervoegsel) van het woord en kan je daardoor de betekenis afleiden?
  6. Wordt er een synoniem in de tekst genoemd?
  7. Als de voorgaande manieren niets opleveren, gebruik dan een woordenboek.

Slide 6 - Diapositive

Wat kan ik straks?
Moeilijke woorden

Je kunt:

  • verschillende strategieën toepassen om achter de betekenis van een moeilijk woord te komen.

Slide 7 - Diapositive

Wat kan ik straks?
Uitdrukkingen

Je kunt:

  • omschrijven wat een uitdrukking of gezegde is.
  • minimaal vijf voorbeelden van uitdrukkingen geven.
  • van uitdrukkingen die je niet kent, de betekenis opzoeken.

Slide 8 - Diapositive

Wat kan ik straks?
Engelse en Latijnse invloeden

Je kunt: 
  • een omschrijving geven van leenwoorden.
  • enkele voorbeelden noemen van leenwoorden uit het Engels, Latijns of Grieks.

Slide 9 - Diapositive

Hoe goed is mijn woordenschat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Sondage

Wat gaan we doen?

Onderdeel Tijd in SBU
Inleiding 0,5
Opdracht: Moeilijke woorden 3
Opdracht: Uitdrukkingen 3
Opdracht: Engelse en Latijnse invloeden 3
Afsluiting 2
Totaal 11 à 12 SLU

Onderdeel
Tijd in SBU
Inleiding
0,5
Opdracht: moeilijke woorden
3
Opdracht: uitdrukkingen
3
Opdracht: Engelse en Latijnse invloeden
3
Afsluiting
2
Wat gaan we doen?

Slide 11 - Diapositive