Hoofdstuk 6: dynamische modellen

Discrete Dynamische Modellen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Discrete Dynamische Modellen

Slide 1 - Diapositive

Webgrafieken

Slide 2 - Diapositive

met
1. Bereken U0 t/m U5
2. Maak een assenstelsel waarbij je op beide assen U0 t/m U5 uitzet.
3. Teken de volgende punten in je assenstelsel:
(U0, U1), (U1, U2), (U2, U3), etc. 
4. Welke formule hoort er bij de lijn waar deze punten op liggen?

Un=2Un1+1
U0=1

Slide 3 - Diapositive

Webgrafieken


Mét y = x, zonder rekenwerk

Slide 4 - Diapositive

Dekpunt 

x- coördinaat van het snijpunt van y = ax + b en y = x


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

GR 
2nd - zoom (format) - Web

Formule invoeren

Trace - pijltjes - tadaa :-)

Slide 7 - Diapositive

Aan de slag

Maak zelf 9, 10, 11, 12, 13

Slide 8 - Diapositive

Directe formules 

Slide 9 - Diapositive

Even ophalen
Bij de recursieve formule                                             (U0, U1), (U1, U2) etc. in een assenstelsel zetten gaf welke lijn? 

Een directe formule bij                                                met                        geeft (met gewoon 'U' en 'n' op de assen):




Un=2Un1+1
Un=Un11,08
U0=100

Slide 10 - Diapositive

Stapje moeilijker
                                                   met

Stap 1: bereken het dekpunt met 1,08ū + 500 = ū

Stap 2: vul ū, U0, n en a in, in de standaard directe formule: 

Stap 3: bereken A en geef de formule





Un=Un11,08+500
U0=100
un=Aan+ u

Slide 11 - Diapositive

Uitgewerkt
                                                   met

1,08ū+500 = ū dus 0,08ū = 500 dus ū = 6250


A = -6150





Un=Un11,08+500
U0=100
100=A1,080+6250
100=A+6250
un=61501,08n+6250

Slide 12 - Diapositive

Stel de recursieve formule op

Een populatie van 4000 herten neemt jaarlijks met 5% toe. 

Slide 13 - Diapositive

0,05 (de jaarlijkse toename) noemen we ook wel de groeivoet.

Is het reëel om te denken dat de populatie herten altijd blijft groeien?
Un=Un1+0,05Un1

Slide 14 - Diapositive

G = grenswaarde

Remfactor:
Zorgt ervoor dat de groei afneemt
Ligt tussen 0 en 1
Wordt kleiner naarmate de grenswaarde bereikt wordt
Un=Un1+0,05Un1(1GUn1)

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag

20, 21, 25, 26

Slide 16 - Diapositive

Herhaling

Slide 17 - Diapositive

SE-stof
Hoofdstuk 2, paragraaf 2.2 t/m 2.6

Hoofdstuk 6, paragraaf 6.1B t/m 6.2A (6.3A optioneel)

Slide 18 - Diapositive

Wat moet je kennen en kunnen op het SE
1. Recursieve formules gebruiken en opstellen. Denk eraan U0 te vermelden. 
2. Sigmanotatie gebruiken en de som uitrekenen. 
3. Een webgrafiek tekenen bij een recursieve formule en andersom. 
4. Grenswaarden uitrekenen.
5. Een directe formule opstellen bij een recursieve formule. 
6. Weten wat de groeivoet en remfactor is en hoe je hiermee rekent / redeneert. 
Optie: zelf stukje over prooi-roofdiermodellen doornemen & bonuspunten pakken. 

Slide 19 - Diapositive

Prooi-roofdiermodellen

Slide 20 - Diapositive

Gedachte-experiment
In een gebied leven prooidieren (hazen) en roofdieren (lynxen).

 Als je alle andere factoren buiten beschouwing laat, hoe zou de populatie van beide groepen zich in de tijd ontwikkelen denk je?

Slide 21 - Diapositive

Een voorbeeld
We bekijken een situatie waarbij er in het begin 700 prooidieren zijn en 200 roofdieren. De formules voor beide groepen zijn:




x min = 0, x max = 250, y min = 0, y max = 2250
Pt=1,25Pt10,0015Rt1Pt1
Rt=0,97Rt1+0,00004Pt1Rt1

Slide 22 - Diapositive

Rekenen met prooi-roofdiermodellen
       en         geven de evenwichtsstanden aan. 



Bereken         en 
P
R
P=1,25P0,0015RP
R=0,97R+0,00004PR
P
R

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag

Maak hierbij opdracht 39, 42

Slide 24 - Diapositive