VTD voorbereiding toets H

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Veux-tu danser? 

Aujourd'hui

-oefenen voor de toets

-huiswerk nakijken

-leren voor de toets

Objectifs

-Je kan de werkwoorden vervoegen

-Je kent de contraires

-Je kan de woorden van een zin in de goede volgorde zetten

werkwoorden vervoegen

regelmatig -er (bv parler, danser, manger etc.

être, avoir, faire et aller

Je .......... beaucoup.

1. parle
2. parles
3. parler

Comment tu ... au collège?

1. vais
2. vas
3. aller
4. va

Les filles .... à la cafétéria

1. est
2. es
3. sont
4. suis

J'/Je .... 12 ans

1. ai
2. as
3. suis
4. a

La classe .... (faire) beaucoup de bruit.

La classe ... (être) super cool!

Quand est-ce qu'on utilise l'infinitif en français?

Je veux .....

1. travaille
2. travailler

La classe ....

1. commence
2. commencer

Est-ce que je peux ... aux toilettes?

Les contraires

Qu'est-ce que c'est un contraire?

Donne le contraire de "froid(e)"

1. dedans
2. sale
3. chaud(e)

Donne le contraire de "demande"

1. poser une question
2. répond
3. lance

Donne le contraire de "arrive"

Les questions partielles

Mots interogatifs

Welk woord moet er in je antwoord zitten als de vraag begint met "pourquoi"?

Où est-ce que Réjean voit Sylvie la première fois

Faire une phrase

Vergeet niet dat je ook werkwoorden moet vervoegen in de zinnnen

p. e. Sylvie et Natalie chuchotent

Het bijvoeglijk naamwoord staat in het Frans ..... het zelfstandig naamwoord

1. Voor
2. Achter

Deze bijvoeglijk naamwoorden komen wel VÓÓR het zelfstandig naamwoord

1. populaire, intelligent, stupide, vite, lentement, féminin, masculin, fou, sérieux, pauvre, riche
2. bleu, blanc, rouge, noir, vert, jaune, rose, brun, marron, beige, violet, orange
3. beau, bon , joli, haut, long, petit, vieux, nouveau, méchant, gros, jeune, gentil, grand, premier

Schrijf je een bijvoeglijk naamwoord? 

Denk aan masculin/féminin+singulier/pluriel!

Par exemple:

-La fille forte

-Les grands magasins

Fais une phrase avec le mot:
"la jupe" (min. 8 mots)

On corrige les devoirs

Corrige tes devoirs: exercice verbes

Correction est sur classroom

Leren voor de toets 

Menu au choix

-Woordjes leren (sectie ABC)

-Werkwoorden leren

-De contraires leren

-Het verhaal lezen

-Oefenen met questions partielles uitschrijven (8+8a+8b)

-Oefenen met zinnen maken (kies een woord uit section A, B of C en maak een zin van minimaal 8 woorden)

-Oefenen met woordvolgorde (3A+3B v.a. p. 21)

Morgen maken we de formatieve toets

C'est fini!