8.4 De emancipatiebewegingen

8.4 
De emancipatiebewegingen

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

8.4 
De emancipatiebewegingen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen wat emancipatiebewegingen zijn en kun je herkennen en uitleggen wat feminisme en confessionalisme is.

Slide 3 - Diapositive

Kenmerkend aspect par. 8.4
De opkomst van emancipatiebewegingen: Feminisme en confessionalisme

Slide 4 - Diapositive

Emancipatiebewegingen:
zijn groepen in de samenleving die streven naar:
gelijkberechtiging (= dezelfde rechten en kansen hebben als andere mensen)  en 
- gelijkwaardigheid (evenveel waard en beloond worden als andere mensen)

Bijv: zij willen kiesrecht (politiek), hetzelfde loon (economie), afschaffen vrouwen-onbekwaamheid (juridisch) , gelijke kans om te kunnen studeren (onderwijs).

Slide 5 - Diapositive

Emancipatiebewegingen
in de 19e eeuw:
  • Confessionelen (katholieken en strenge protestanten)
  • socialisten 
  •  feministen 

Slide 6 - Diapositive

Emancipatiebewegingen in de 19e eeuw:
1.  Vrouwen (doel: o.a. kiesrecht en recht op studie) => feministen
2. Arbeiders (doel: kiesrecht/sociale wetgeving zoals minimumlonen, 
    8-urige werkdag, ouderdomsverzekering) (zie par. 8.3)=> socialisten
3. Katholieken en strenge protestanten  ( doel: financiële gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs // deze strijd wordt de schoolstrijd genoemd) => confessionelen

Confessionelen (katholieken en protestanten)  gebruiken de bijbel als uitgangspunt voor hun politieke ideeën.


Slide 7 - Diapositive

Feminisme
Vrouwen die opkomen voor gelijke rechten van de vrouw , met name kiesrecht

Slide 8 - Diapositive

Feminisme

+-1900

Eerste feministische golf

Vrouwen waren wettelijk  handelingsonbekwaam. 

Ze wilden dezelfde rechten als mannen: Gelijke onderwijskansen en kiesrecht. 


Slide 9 - Diapositive

Tegenstanders
  • 'Onfatsoenlijk'

  • 'De rol van de vrouw is binnenshuis'

  • 'De vrouw is een moeder'

  • 'Politiek is geen plek voor vrouwen'

Slide 10 - Diapositive

2.3: Het eerste feminisme

Slide 11 - Diapositive

Aletta Jacobs
  •  1854 - 1929 
  • Bekendste feministe van Nederland
  • Eerste vrouw die afstudeerde aan een universiteit. 

Slide 12 - Diapositive

Waar was Hahn bang voor?

De arbeider: 'Alleen als zij er ook van zal profiteren, zijn wij bereid, u te helpen het vrouwenkiesrecht te veroveren.'

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

0

Slide 15 - Vidéo

Confessionalisme
  • Politiek die uitgaat van het geloof
  • protestant en katholiek
  • Industriële samenleving  / liberalisme had tot gevolg dat geloof steeds minder belangrijk werd
  • Strijd om 'bijzonder' onderwijs ==> schoolstrijd
  • kath en protest samen tegen de liberalen

Slide 16 - Diapositive

 Protestanten
  • Eerste politieke partij van Nederland: ARP (1879).
  • Abraham Kuyper, 
  • Stemmers: "Kleine Luyden": arbeiders die hard werkten: winkeliers, schoolmeesters, boeren.
  • Kuyper wil dat zijn achterban mag stemmen.  

Slide 17 - Diapositive

 1917
grondwetswijziging 
(Pacificatie 1917)
  • Er komt een einde aan de Schoolstrijd: zowel Openbaar- als Bijzonder onderwijs krijgen nu geld van de overheid

  • Er komt  Algemeen Kiesrecht voor mannen (vanaf 23 jaar)
( actief en passief)

  • Er komt kiesrecht voor vrouwen (1917: passief kiesrecht, 1919: actief kiesrecht)

  • evenredige vertegenwoordiging ipv districtenstelsel

Slide 18 - Diapositive

Belangrijke begripen, personen en jaartallen
  • feminisme
  • Alletta Jacobs en Wilhelmina Drucker
  • confessionelen
  • Kuyper - protestanten
  • Schaepman - katholieken
  • schoolstrijd Pacificatie van 1917
  • algemeen kiesrecht

Slide 19 - Diapositive

Oefenen met bronnen
Op de site van histoforum (zie volgende dia) staan veel  opdrachten over spotprenten die rond 1900 gemaakt zijn en die gaan over het feminismes, het vrouwenkiesrecht enz.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Lien

0

Slide 23 - Vidéo

Wanneer werd de Schoolstrijd opgelost?
A
1917
B
1925
C
1914
D
1919

Slide 24 - Quiz

Deze vraag gaat over de schoolstrijd in Nederland.

Over de betaling van de overheid van welke type onderwijs ging de schoolstrijd?
A
het speciaal onderwijs
B
het liberaal onderwijs
C
het bijzonder onderwijs
D
het openbaar onderwijs

Slide 25 - Quiz

Welke combinatie is onjuist?
A
Schaepman - confessionalisme
B
Thorbecke - liberalisme
C
Drucker - feminisme
D
Kuyper - Socialisme

Slide 26 - Quiz

Hieronder zie je 3 opmerkingen.

1. streefde naar meer gelijkheid.
2. streefde naar meer vrijheid.
3. streefde naar gelijke rechten voor vrouwen.

Welke politiek-maatschappelijke beweging hoort bij elke opmerking?
A
1. feminisme, 2. liberalisme, 3. socialisme
B
1. liberalisme, 2. socialisme, 3. feminisme.
C
1. socialisme, 2. feminisme, 3. liberalisme
D
1. socialisme, 2. liberalisme, 3. feminisme.

Slide 27 - Quiz

Drie grote veranderingen door de Pacificatie van 1917:
A
1. kiesrecht mannen en vrouwen, 2. einde schoolstrijd, en 3. nieuw kiesstelsel
B
1. kiesrecht mannen, 2. nieuwe koning, en 3. nieuw kiesstelsel
C
1. kiesrecht mannen, 2. einde schoolstrijd, en 3. nieuw kiesstelsel
D
1. kiesrecht mannen en vrouwen, 2. einde schoolstrijd, en 3. nieuw parlement

Slide 28 - Quiz

Welke vrouwelijke arts voerde actie voor het vrouwen kiesrecht?
A
Aletta Jacobs
B
Suze Groeneweg
C
Rita Verdonk
D
Wilhelmina

Slide 29 - Quiz

Nederland kreeg haar eerste grondwet in:
A
1814
B
1848
C
1887
D
1917

Slide 30 - Quiz

Welke veranderingen ontstonden er door de Pacificatie van 1917?
A
kiesrecht mannen en vrouwen, einde schoolstrijd en nieuw kiesstelsel
B
kiesrecht mannen, nieuwe koning en nieuw kiesstelsel
C
kiesrecht mannen, einde schoolstrijd en nieuw kiesstelsel
D
kiesrecht mannen en vrouwen, einde schoolstrijd en nieuw parlement

Slide 31 - Quiz

Wie maakte de grondwetherziening van 1848?
A
Willem I
B
Willem II
C
Abraham Kuypers
D
Thorbecke

Slide 32 - Quiz

In dit jaar werd het algemeen kiesrecht ingevoerd; ook vrouwen mochten stemmen
A
1917
B
1918
C
1919
D
2015

Slide 33 - Quiz

In 1887 kwam er een grondwetswijziging. Om te stemmen moest je nu beschikken over:
A
Kentekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand
B
Kentekenen van geschiktheid en diploma's
C
Diploma's en maatschappelijke welstand
D
Diploma's en de leeftijd 25

Slide 34 - Quiz

In dit jaar werd het algemeen mannenkiesrecht ingevoerd
A
1914
B
1915
C
1916
D
1917

Slide 35 - Quiz

Zo heet het recht om gekozen te mogen worden

Slide 36 - Question ouverte

Tot 1887 mocht je alleen stemmen als je genoeg geld had. Dit heette het ...

Slide 37 - Question ouverte