Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Verkiezingen en dan?
Slide 1 - Diapositive
CENSUSKIESRECHT
Slide 2 - Carte mentale
Censuskiesrecht
Nederland was in 1848 eigenlijk nog geen echte democratie omdat alleen mensen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden mochten stemmen. Dit noemen we het censuskiesrecht .
Slide 3 - Diapositive
https:
Slide 4 - Lien
KIESDELER
Aantal stemmen : 150 = Kiesdeler
Kiesdeler is het aantal stemmen dat je nodig hebt voor één zetel
10.516.041 : 150 = 70.106 141
Aantal zetels partij * kiesdeler = aantal stemmen op partij
Slide 5 - Diapositive
Districtenstelsel vs evenredige vertegenwoordiging
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Evenredige vertegenwoordiging = percentage van aantal stemmen
Districtenstelsel= winnaar van het district stuurt afvaardiging naar de Tweede Kamer
Slide 8 - Diapositive
TOT 1917 DISTRICTENSTELSEL
ELK GEBIED (DISTRICT) KIEST ZIJN EIGEN VERTEGENWOORDIGER VOOR HET PARLEMENT
100 KIESDISTRICTEN = 100 KAMERZETELS
PER DISTRICT 1 KAMERLID
Slide 9 - Diapositive
Voordelen van het districtenstelsel
Kandidaten persoonlijk bekend bij kiezers
Kandidaten kennen het gebied, de bevolking en de problemen
1848 censuskiesrecht, 1887 meer mannen kiesrecht, 1919 vrouwen kiesrecht.
Slide 13 - Quiz
Welk kiesstelsel heeft Nederland
A
Meerderheidsstelsel
B
Districtenstelsel
C
Stelsel van evenredige vertegenwoordiging
Slide 14 - Quiz
Grondrechten
Grondrechten staan Hoofdstuk 1 van de Grondwet (van 1983)
Het belangrijkste onderdeel, het anti-discriminatie-artikel, is Artikel 1
Ze zijn bedacht in een tijd dat grondrechten niet vanzelfsprekend waren.
Er wordt een onderscheid gemaakt in Klassieke- en Sociale grondrechten
Slide 15 - Diapositive
artikel 1 grondwet
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
Wat betekent dit artikel?
Slide 16 - Diapositive
bijvoorbeeld:
Artikel 1: Anti-discriminatie artikel
Artikel 2: Wie is Nederlander?
Artikel 4: Kiesrecht
Artikel 7: Vrijheid van meningsuiting
Artikel 8: Recht op vereniging
Artikel 9: Recht op vergadering
Artikel 10: Onaantastbaarheid van de persoonlijke levenssfeer
Artikel 11: Onaantastbaarheid van het lichaam
Artikel 13: Briefgeheim
Slide 17 - Diapositive
klassieke grondrechten
bescherming tegen de overheid
begint met: vrijheid van.....
Slide 18 - Diapositive
klassieke gronrechten: vrijheid van:
godsdienst
meningsuiting
drukpers
vereniging en vergadering
onderwijs
Slide 19 - Diapositive
Noem 3 vrijheidsrechten die in de grondwet staan.
Slide 20 - Carte mentale
Sociale grondrechten
begint met : recht op.....
Plichten van de overheid
Zorgen voor een goed bestaan
Zijn pas later (1983) in de Grondwet opgenomen, hoewel ze al eerder bestonden.
Slide 21 - Diapositive
bijvoorbeeld:
Recht op veilig bestaan
Recht op onderwijs
Recht op gezondheidszorg
Recht op woongelegenheid
Recht op bewoonbaar gebied
Recht op rechtsbijstand
Recht op werk
Slide 22 - Diapositive
Welke zin is juist?
A
Vrijheidsrechten beschermen de overheid tegen de burger.
B
Vrijheidsrechten beschermen de burger tegen de overheid.
C
Vrijheidsrechten beschermen de overheid door de burger.
D
Vrijheidsrechten beschermen de burger door de overheid.