Chapitre 6 leçon 1

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Bonjour!

3A

Mercredi, le 6 mai.

Plan du cours

-L'ouverture du chapitre

- Écouter

- Lire

- Grammaire

- Les devoirs

L'ouverture du chapitre

Paris à toute vitesse!

Paris à toute vitesse

• Paris, la ville de ...
• gebiedende wijs
  
• verbe savoir (handig bij het vragen om informatie)
• vergelijkingen

Éc

Nous allons écouter:

Livre d'exercice: page 50 et 51

Livre de textes: page 70

BLOC B

Lire

VISITEZ PARIS ET FAITES LE PLEIN DE SENSATIONS!

exercices: 8,9,10a et 11.

C: Grammaire!

L'impératif

Page 72 du livre de textes.

L'impératif

De gebiedende wijs

Les trois formes

1) Je - vorm (tu vorm -s) 

Deze vorm gebruik je als je je tot 1 persoon richt

2) Nous - vorm

Deze vorm gebruik je als je je richt tot een groep waar je zelf deel van uitmaakt

3) Vous- vorm

Deze vorm gebruik je als je je richt tot een groep waar je zelf geen deel van uitmaakt, of een persoon die je met u aanspreekt

Les pronoms personnels

De persoonlijk voornaamwoorden JE / NOUS / VOUS worden weggelaten.

• Danse Lianne! - Dans Lianne!
• Visitons le musée! - Laten we het museum bezoeken!
• Arrêtez de parler! - Stop met praten!

Les exceptions

Het werkwoord aller heeft een onregelmatige gebiedende wijs voor de je-vorm:

Va à l'école! - Ga naar school!

Het werkwoord être heeft ook een onregelmatige gebiedende wijs:

Sois - Soyons - Soyez

impératif

Tegen 1 persoon waar je jij  tegen mag zeggen.

je-vorm van het werkwoord min je plus uitroepteken

je parle -> parle!

impératif

Tegen 1 persoon waar je u tegen zegt.

Tegen meerdere personen.

vous-vorm van het werkwoord min vous plus uitroepteken

vous parlez  -> parlez!

impératif

Voorstel (laten we...)

nous-vorm van het werkwoord min nous plus uitroepteken

nous parlons  -> parlons!

Grammaire impératif

• je-vorm: Choisis une photo! (tegen jij)
• nous-vorm: Regardons le menu! (jezelf en anderen)
• vous-vorm: Faites les exercices! (u en groep)
  (behalve être, avoir, aller)

impératif

uitzonderingen

L'impératif

Wat is de juiste vorm van l'impératif?

1. Parlons de nos frères
2. Parlons de notre frères
3. Parlez de nos frères
4. Parlez de notre frères

Wat is de juiste vorm van l'impératif

1. Es gentil!
2. Sois gentil!
3. Suis gentil!
4. Sois gentille!

Wat is de juiste vorm van l'impératif?

1. Prendrez un bonbon!
2. Prendrons un bonbon!
3. Prenez un bonbon!
4. Prendre un bonbon!

Hoe zeg je tegen een groep dat ze moeten stoppen met praten?

1. Arrête de parler!
2. Arrêtons de parler!
3. Arrêtent de parler!
4. Arrêtez de parler!

Zeg tegen je klasgenoot dat hij geen chocolade mag eten

1. Ne mangez pas de chocolat!
2. Ne mange pas de chocolat!
3. Manges pas de chocolat!
4. Ne mange jamais de chocolat!

Zeg je klasgenoten dat je wilt vertrekken met hen

1. Allez!
2. Vais!
3. Allons!
4. Va!

Geef de goede vorm van de gebiedende wijs:
s'habiller (alle vormen)

Les devoirs

Apprenez:

A français - néerlandais

C Grammaire

Faites:

Exercice: 1a,b,2,3,4c,d,e,6,8,9,10a,11 et 13b,c,d