2M Herhaling H2 §3+4

Herhaling H2 §3 + 4
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling H2 §3 + 4

Slide 1 - Diapositive

Benodigdheden:
- Pen
- Papier
- rekenmachine

Slide 2 - Diapositive

Van de 145.000 aankopen wordt 56% via IDEAL gedaan. Hoeveel aankopen worden via IDEAL gedaan?

Slide 3 - Question ouverte

In 2017 waren er 3.800 miljoen pinbetalingen. In 2018 waren er 15% meer. Hoeveel pinbetalingen waren er in 2018?

Slide 4 - Question ouverte

Jan heeft op een spaarrekening € 300 staan. Hij krijgt 3,5% rente. Welk bedrag aan rente krijgt Jan?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is lenen?

Slide 6 - Question ouverte

Noem een reden waarom je zou lenen

Slide 7 - Question ouverte

De afbeelding op de volgende dia hoort bij de volgende vraag. Bekijk hem goed

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met de uitspraak op de vorige dia?

Slide 10 - Question ouverte

Lise wil graag nu geld lenen bij de bank. Ze is nu nog 17 maar wordt over een maand 18. Mag dat?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Een lening bij een bank betaal je terug met een vast bedrag per maand. Dat noemen we ...
A
Het maandbedrag
B
De maandkosten
C
De maandtermijn
D
De maandlasten

Slide 12 - Quiz

Als je geld wat je geleend hebt terugbetaald noemen we dat ...
A
Aflossen
B
Afbetalen
C
Terugbetalen
D
Teruggeven

Slide 13 - Quiz

Jasmijn leent €250 euro bij de bank. De bank rekent 1,5% rente. Het bedrag dat Jasmijn moet terugbetalen is ...
A
Kleiner dan €250
B
€250
C
Groter dan €250

Slide 14 - Quiz

Pieter leent €450. Hij betaalt in totaal €20,25 aan rente. Hoeveel procent rente zat er op de lening?

Slide 15 - Question ouverte

Noem een reden waarom je jezelf zou verzekeren

Slide 16 - Question ouverte

Noem een verzekering waar je ooit van hebt gehoord

Slide 17 - Question ouverte

Hoe noemen we het bedrag dat je moet betalen aan de verzekering om verzekerd te zijn?

Slide 18 - Question ouverte

Wat is een polis?

Slide 19 - Question ouverte

Omschrijf in eigen woorden wat eigen risico is

Slide 20 - Question ouverte

Gemiddeld worden per jaar 3 op de 10 fietsen gestolen. De gemiddelde waarde van 1 fiets is € 650.
Hoeveel geld moet de verzekeraar vergoeden per jaar als er 100 fietsen verzekerd zijn?

Slide 21 - Question ouverte

Lynn is tijdens haar vakantie haar koffers kwijtgeraakt. ze heeft een schade van € 430. Haar eigen risico is € 100.
Welk bedrag betaald de verzekeringsmaatschappij?
A
€ 100
B
€ 330
C
€ 430
D
€ 530

Slide 22 - Quiz

Ik vind dat ik de stof voor de toets al goed ken
Eens
Beetje mee eens
Beetje oneens
Oneens

Slide 23 - Sondage

Denk eens na voor jezelf. Wat vind jij nog moeilijk?

Slide 24 - Diapositive

Wat vind jij nog moeilijk?

Slide 25 - Question ouverte