HA2c - 8 Jan - unit 3.4 can/could/to be able to/ to be allowed to

Welcome HA2c!
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welcome HA2c!

Slide 1 - Diapositive

Planning:
  • examples
  • questions
  • Grammar: can/could/to be able to/to be allowed to
  • to do: ex. 5, 6 & 7
  • homework

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Welke GEKLEURDE werkwoorden ken jij al? Weet je ook wanneer je ze gebruikt?

Slide 4 - Carte mentale

Can, could, to be able to, to be allowed to

can = kunnen, mogen of mogelijk zijn. Alleen in present simple gebruiken.

could = 'zou kunnen'/ 'zou mogen' of in de verleden tijd (dan betekent het konden/ mochten

to be able to = "kunnen" of "in staat zijn''. Je kunt het in alle werkwoordstijden gebruiken. 

Slide 5 - Diapositive

to be allowed to = 'mogen' of 'toestemming krijgen'. Je kunt het in alle werkwoordstijden gebruiken.

Slide 6 - Diapositive

Iets is mogelijk
> gebruik je can of could.
Bij can is het waarschijnlijk dat het gaat gebeuren en bij could  is de kans wat kleiner.
This can be very easy. (Dit kan erg makkelijk zijn.)
This could be very easy. (Dit zou erg makkelijk kunnen zijn.)

Slide 7 - Diapositive

Vermogen, vaardigheid of mogelijkheid iets te doen
Je kan can, could of to be able to gebruiken.
> Can alleen in de present simple.
> Could wat mogelijk zou kunnen of verleden tijd van can.
> to be able to kan in alle tijden. 


Slide 8 - Diapositive

Toestemming om iets te doen
Je kan hierbij can, could of to be allowed to gebruiken, let op dat je:
> Can alleen in de present simple gebruikt.
> could vaak in de verleden tijd van can.
> to be allowed to kan in alle tijden. 

Slide 9 - Diapositive

Beleefde vraag stellen
Zowel can als could is hierbij mogelijk. Could is wel beleefder dan can.
Can I help you with your bags?
Could I help you with your bags?

Slide 10 - Diapositive

  • What are you going to do?unit 3.4: ex. 5, 6, 7
  • Why are you going to do it? improve 
  • How are you going to do it? individually or with teacher
  • Time it may take to finish it? 10-12 minutes
  • Who can help you? teacher
  • Finished? ---> study for upcoming test

Slide 11 - Diapositive