1.5: Oorzaken en gevolgen HV2C


Oefenen met 1.5
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon


Oefenen met 1.5

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Bespreken SO (maken!?)
  • Uitleg oorzaak en gevolg
  • Oefenopdrachten (INLOG)
  • Aan de slag
  • Uitleg
  • Aan de slag!

Slide 3 - Diapositive

Bespreken SO


Alles van tafel

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn oorzaken en gevolgen? Schrijf dit op
  • Een oorzaak verklaart waarom iets is gebeurd
  • Elke gebeurtenis of ontwikkeling zorgt op haar beurt weer voor veranderingen. Dat zijn gevolgen. Dat kun je je als volgt voorstellen:

Slide 5 - Diapositive

Maar....
Dat ziet er natuurlijk heel overzichtelijk uit. Maar meestal heeft een gebeurtenis meerdere oorzaken en meerdere gevolgen:

Slide 6 - Diapositive

Is de oprichting van de Republiek der 7 Verenigde Nederlanden een bedoeld of een onbedoeld gevolg van het begin van de Opstand

Slide 7 - Question ouverte

Landvoogdes schort kettervervolgingen op  
Smeekschrift
Hagenpreken
Centralisatiepolitiek
Beeldenstorm 

Slide 8 - Question de remorquage

Directe en indirecte oorzaken 
  • Een directe oorzaak leidt meteen tot de gebeurtenis. In dit geval: je hebt niet geleerd voor de toets. 
  • Een indirecte oorzaak leidt met een tussenstap tot de gebeurtenis. In dit geval: je hebt niet geleerd, omdat je ziek was en je het vak toch al zo lastig vindt.

Slide 9 - Diapositive

Directe en indirecte gevolgen 
  • Je kunt op dezelfde manier directe en indirecte gevolgen onderscheiden. 
  • Een direct gevolg volgt meteen uit de gebeurtenis. Een indirect gevolg komt voort uit een ander gevolg van de gebeurtenis.

Slide 10 - Diapositive

Directe en indirecte oorzaken en gevolgen (opschrijven!)

  • Directe oorzaken en gevolgen gebeuren altijd direct voor of direct na een gebeurtenis. 
  • Indirecte oorzaken en gevolgen bevatten altijd een tussenstap tot een gebeurtenis. 

Slide 11 - Diapositive

Calvinisten organiseerden godsdienstige bijeenkomsten in de buitenlucht waarin gepredikt werd tegen het katholicisme. Deze preken stonden ook wel bekend als hagenpreken.

Is dit een directe of indirecte oorzaak van de Nederlandse Opstand?
A
Directe oorzaak
B
Indirecte oorzaak

Slide 12 - Quiz

Na het horen over de beeldenstorm stuurt Filips II Alva naar de Nederlanden

Is dit een direct of indirect gevolg?

A
Direct gevolg
B
Indirect gevolg

Slide 13 - Quiz

In 1568 valt Willem van Oranje de Spaanse troepen aan.

Is dit een directe of indirecte oorzaak van de Nederlandse Opstand?
A
Directe oorzaak
B
Indirecte oorzaak

Slide 14 - Quiz

Filips II vervolgde ketters keihard. Zo liet hij ze oppakken en vermoorden op de brandstapel.

Is dit een directe of indirecte oorzaak van de Nederlandse Opstand?
A
Directe
B
Indirecte

Slide 15 - Quiz

Huiswerk
Je bekijkt nog eens de LessonUp over oorzaken en gevolgen

Je maakt serieus 1.5: 1, 2, 4, 5, 8, 9, 10 en 12. Beantwoord de vragen of je een toets aan het maken bent. Ik ga dit controleren én uitgebreid bespreken


Je maakt alles in je schrift! 
Opdracht (meerkeuze, lijntjes trekken) in je werkboek gemaakt, schrijf dit dan in je schrift!

Slide 16 - Diapositive

Meerdere gebeurtenissen gingen aan de Opstand vooraf.

Deze gebeurtenissen noemen we bij geschiedenis de oorzaken van de Nederlandse opstand 

Slide 17 - Diapositive

Als we het bij het vak geschiedenis hebben over een aanleiding, wat bedoelen we dan?

Slide 18 - Question ouverte

In 1568 valt Willem van Oranje de Spaanse troepen aan. Dit is de aanleiding  van de Nederlandse Opstand. 

Slide 19 - Diapositive

Als we het bij geschiedenis hebben over een gevolg, wat bedoelen we dan?

Slide 20 - Question ouverte

Na het begin van de Opstand volgden meerdere gebeurtenissen elkaar op. 

Die gebeurtenissen noemen we bij geschiedenis de gevolgen van de Nederlandse Opstand

Slide 21 - Diapositive

Een ezelsbruggetje! 
Oorzaken
Aanleiding
Gevolgen

Slide 22 - Diapositive

Onderscheid maken tussen politiek-bestuurlijke, sociale, economische en culturele oorzaken en gevolgen.
  • Politiek-bestuurlijk: alles dat te maken heeft met de macht
  • Sociaal: gaat over verhoudingen van mensen, hoe mensen samenleven
  • Economisch: alles dat te maken heeft met geld en handel
  • Cultureel: over het denken en doen van mensen

Slide 23 - Diapositive

Oorzaak & gevolg 
Politiek-bestuurlijk

Cultureel 
Economisch
Sociaal
macht - bestuur van een land - samenstelling regering - politieke stromingen - oorlog/vrede
welzijn van mensen - relatie van mensen onderling (bijv. man/vrouw) 
welvaart van mensen - inkomen - werk 
denken en voelen van mensen - gedrag - omgangsvormen - godsdienst 

Slide 24 - Diapositive

Centralisatie
beleid 

Invoering 
vaste 
belastingen 
Invoering 
Bloedplakkaten
Noordelijke 
Nederlanden 
vooral 
calvinistisch
Beeldenstorm
Politiek-bestuurlijk

Sociaal
Economisch
Cultureel 

Slide 25 - Question de remorquage

Voedseloverschotten waren een oorzaak / gevolg voor handel tussen steden
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 26 - Quiz


1. Een oorzaak / gevolg van de moord op Willem van Oranje is dat de Spaanse koning Filips II hem uit de weg wilde ruimen. 

2. Een oorzaak / gevolg van de moord op Johan de Witt is dat hij het landleger veel terrein verloop op bv de Fransen.
A
1. oorzaak, 2. oorzaak
B
1. oorzaak, 2. gevolg
C
1. gevolg, 2. oorzaak
D
1. gevolg, 2. gevolg

Slide 27 - Quiz

De hertog Alva trad keihard op tegen de calvinisten.
Dit was een oorzaak/ gevolg van de boosheid van Filips II.
A
Oorzaak
B
gevolg

Slide 28 - Quiz

De komst van Alva was een oorzaak/gevolg van de Beeldenstorm
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 29 - Quiz

Welk verband is er tussen de hagenpreken en de beeldenstorm?
A
oorzaak - gevolg
B
verandering - continuïteit
C
feit - mening
D
ander perspectief door standplaatsgebondenheid

Slide 30 - Quiz

Huiswerk
Je bekijkt nog eens de LessonUp over oorzaken en gevolgen

Je maakt serieus 1.5: 1, 2, 4, 5, 8, 9, 10 en 12. Beantwoord de vragen of je een toets aan het maken bent. Ik ga dit controleren én uitgebreid bespreken


Je maakt alles in je schrift! 
Opdracht (meerkeuze, lijntjes trekken) in je werkboek gemaakt, schrijf dit dan in je schrift!

Slide 31 - Diapositive