4.2 Duitsland verliest

Duitsland verliest
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Duitsland verliest

Slide 1 - Diapositive

Herhaling

Slide 2 - Diapositive

1919
1923
1924
1929
1933
1939
Duitsland kreeg schuld WOI
Hitler naar de gevangenis.
Hitler uit de gevangenis.
Hitler komt aan de macht.
Economische crisis
Begin Tweede Wereldoorlog.

Slide 3 - Question de remorquage

Hoe heet de manier van oorlog voeren die Duitsland aan het begin van WOII gebruikte?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe heet het bondgenootschap van Duitsland, Japan en Italië?
A
Centralen
B
Geallieerden
C
As-mogendheden
D
Communisten

Slide 5 - Quiz

Met deze gebeurtenis begon WO II
A
Hitler annexeert Oostenrijk
B
Hitler neemt een deel van Tsjechië in
C
Hitler valt Polen binnen
D
Hitler valt Engeland aan

Slide 6 - Quiz

Op welke manier raakte de Verenigde Staten betrokken bij WOII

Slide 7 - Question ouverte

Wat is een collaborateur?

Slide 8 - Question ouverte

Leerdoelen: 
  • Je kent de keerpunten van de Tweede Wereldoorlog
  • Je kent de gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog en kunt deze herkennen in bronnen. 

Slide 9 - Diapositive

Situatie eind 1941
Het Duitse Rijk is op zijn grootst.

Slide 10 - Diapositive

Keerpunten in de oorlog
                                                 1. Pearl Harbor
                                                 2. Stalingrad  
                                                 3. D-Day

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Ondertussen in de Sovjet-Unie...

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slag om Arnhem september 1944
  • De geallieerden denken via Arnhem gemakkelijk Duitsland binnen te kunnen vallen.
  • Ze gaan ervan uit dat Arnhem niet zwaar verdedigd wordt en sturen onervaren parachutisten zodat deze ook eens in actie kunnen komen...
  • Arnhem is de plek waar op dat moment Duitse divisies uitrusten van D-Day. 
  • Het wordt een bloedbad...

Slide 21 - Diapositive


In december 1944 lanceert Duitsland nog een laatste wanhopig offensief in de Ardennen. Het baat niet meer. Ze worden verslagen

Slide 22 - Diapositive

• Omringd door Russische, Engelse en Amerikaanse legers valt in mei 1945 Berlijn.
• Hitler pleegt zelfmoord.
• De overgebleven bevelhebbers tekenen de overgave van Duitsland.

Slide 23 - Diapositive

Ondertussen in Azië...
  • De VS strijdt tegen Japan
  • Eilandje voor eilandje moet worden veroverd
  • Dit kost enorm veel manschappen en om de oorlog sneller te beëindigen maakt de VS gebruik van een nieuw wapen...

Slide 24 - Diapositive


Atoombom op Hiroshima
6 augustus 1945




  • Eerste keer dat dit massavernietigingswapen werd gebruikt.
  • Tienduizenden Japanse burgers 'verdampten'

Slide 25 - Diapositive


Atoombom op Nagasaki
9 augustus 1945




  • Japanse regering gaf zich na de eerste atoombom niet over dus toen kwam de tweede atoombom op Nagasaki.

Slide 26 - Diapositive


Capitulatie van Japan
15 augustus 1945




  • Na de verwoesting door de twee Amerikaanse atoombommen, kan Japan niets anders doen dan zich over te geven aan de Geallieerden.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive


De 'definitieve oplossing'

  • Voor de oorlog lag er een plan klaar om joden naar Madagaskar te deporteren, maar deze optie was onmogelijk vanwege de grote Engelse zeemacht
  • In 1942 werd in Berlijn vergaderd over een endlösung voor het 'joodse vraagstuk' 
  • SD-leider Heydrich stelde voor om de joden op een efficiente wijze uit te roeien

Slide 29 - Diapositive

Holocaust
massamoord op 6 miljoen joden in de WOII

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Zyklon B




Korrels die verdampen (blauwzuur) 
als ze in contact komen met lucht.

Slide 34 - Diapositive





Al het bewijsmateriaal moeten worden vernietigd:
kleding, foto's...lichamen.

Slide 35 - Diapositive

Waarmee begon de Tweede Wereldoorlog?
A
Inname van Oostenrijk door Hitler
B
Toevoegen Sudetenland door Hitler
C
Bombardement en aanval op Polen
D
Inname van alle voormalig Duitse gebieden

Slide 36 - Quiz

Waarmee eindigde de Tweede Wereldoorlog?
A
De capitulatie van Duitsland
B
De capitulatie van Japan
C
De Russische inname van Berlijn
D
De dood van Hitler

Slide 37 - Quiz

Eerste Wereldoorlog
Tweede Wereldoorlog

Slide 38 - Question de remorquage

De Tweede Wereldoorlog duurde van:
A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945

Slide 39 - Quiz

Wat gebeurde er kort voor de bevrijding met Hitler (in Duitsland)?
A
De Amerikanen namen Hitler gevangen
B
Hitler kwam om in de gevechten in Berlijn
C
De Russen namen Hitler gevangen
D
Hitler pleegde zelfmoord

Slide 40 - Quiz

Op de foto zie je 'Little Boy' een atoombom die op de Japanse stad Hiroshima is gegooid.

De president van de Verenigde Staten besloot tijdens de Tweede Wereldoorlog atoombommen in te zetten tegen Japan.

Welk argument had de president voor de inzet van de atoombommen?
A
De Amerikanen dachten dat bij de verovering van Japan veel van hun soldaten zouden sneuvelen.
B
De As-mogendheden hadden een bondgenootschap gesloten met de Sovjet-Unie
C
De Geallieerden wilden voorkomen dat de Sovjet-Unie een atoombom zou inzetten.
D
Japan weigerde zich over te geven aan de As-mogendheden.

Slide 41 - Quiz

Welke zin over de Tweede Wereldoorlog is juist?
A
De Duitse overwinning bij Stalingrad was een keerpunt in de oorlog.
B
Duitsland, Groot-Brittannië en de VS vormden de geallieerden.
C
In 1941 werden de VS aangevallen door Duitsland en Japan.
D
Vanaf 1943 drongen de geallieerden het Duitse leger terug.

Slide 42 - Quiz

Welk land heeft nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog nooit bezet?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Polen

Slide 43 - Quiz

Maak de goede combinaties
Bombardement van de Duitsers op Rotterdam.

Japanse aanval op Pearl Harbour.
Engeland en Frankrijk verklaren de oorlog aan Duitsland.
Twee jaar voor de Duitse inval in Nederland.
Vier dagen nadat de Duitsers Nederland binnenvielen.
Hiermee begon de Tweede Wereldoorlog.
De Duitsers bezetten Oostenrijk en Tsjechië.
De Verenigde Staten verklaren de oorlog aan Duitsland, Italië en Japan.

Slide 44 - Question de remorquage

Hieronder staan 4 kaarten van operaties in de Tweede Wereldoorlog. Klik op de kaartjes om ze groter te maken.

Zet ze in de juiste volgorde door de gele vakjes met de cijfertjes op de kaartjes te slepen. De 1 sleep je naar de eerste operatie, de 2 naar de tweede, etc. 
1
2
3
4

Slide 45 - Question de remorquage

Hieronder vijf gebeurtenissen die te maken hebben met de Tweede Wereldoorlog.
Zet de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde.
Duitsland pikt Sudetenland in.
Duitsland verklaart oorlog aan Amerika.
Rusland verklaart Duitsland de oorlog.
Duitsland valt Polen binnen.
Engeland en Frankrijk verklaren Duitsland de oorlog.

Slide 46 - Question de remorquage

Hieronder staan drie namen van personen en drie tegenstanders.
Wie heeft de uitspraak uit de bron gedaan? En tegen welke tegenstander moest worden gevochten?
Een uitspraak tijdens de Tweede Wereldoorlog (1941):

Vandaag werd de Sovjet-Unie aangevallen. Daarom zullen wij Nederlanders, nu de omstandigheden ons daartoe dwingen, samen vechten met de bevolking van de Sovjet-Unie. Wij zullen dit doen, ook al zijn we het in veel opzichten niet met de Sovjet-Unie eens. We moeten samen zien te winnen.
De uitspraak is van    ...
om te vechten tegen ...
de Japanners in Azië
de Duitsers in Europa
de communisten aan het oostfront
koningin Wilhelmina
Mussert
Troelstra

Slide 47 - Question de remorquage