STARTREKENEN VO 2F: H2 - afsluiting

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les organisatie

  • Boeken bij je? (achter in de klas)
  • Potlood of pen bij je?
  • Lessonup-app geinstalleerd?
  • Inloggen in de les - code links onderin...

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten/ huiswerk 30 nov.
Boek: blz 55 t/m 59
Opdracht 25 t/m 30

Studiemeter - Startrekenen Online
  • Domein getallen
  • Optellen en aftrekken
  • Negatieve getallen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 
Aan het einde van de les ken/ kun je:
  • alle belangrijke onderdelen die je voor de toets moet kennen en kunnen;
  • Hebben de toets van hoofdstuk 2 gemaakt.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen vorige week
Aan het einde van de les ken/ kun je:
  • plus en minsommen uitrekenen met een strategie die jij het handigst vindt;
  • Handig rekenen met nullen;
  • Rekenen met positieve en negatieve getallen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken de som uit op kladpapier - schrijf het antwoord op.

661 + 145 =

Slide 7 - Question ouverte

Strategieën bespreken
Reken de som uit op kladpapier - schrijf het antwoord op.

3,69 + 1,36 =

Slide 8 - Question ouverte

Strategieën bespreken
Reken de som uit op kladpapier - schrijf het antwoord op.

623 − 142 =

Slide 9 - Question ouverte

Strategieën bespreken
Reken de som uit op kladpapier - schrijf het antwoord op.

1.100.000 + 650.000 =

Slide 10 - Question ouverte

Strategieën bespreken

Wietske loopt naar de tweede verdieping van de Eiffeltoren.
Ze moet 12 trappen oplopen om op de eerste verdieping te komen.
Om van de eerste naar de tweede verdieping te komen, moet Wietske 21 trappen oplopen.
Hoeveel trappen moet Wietske oplopen?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Meike gaat 30 dagen door Amerika reizen. Ze heeft voor deze reis € 5.520 gespaard. Haar vliegticket kost € 1.170.

Hoeveel euro houdt Meike over?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ashra koopt 2 ijsjes met een bolletje aardbeienijs en een bolletje chocoladeijs.

Hoeveel moet Ashra in totaal betalen voor de ijsjes?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op maandag is het -2 °C.
Op dinsdag is het 5 °C kouder.

Wat is de temperatuur op dinsdag?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Tafels uit elkaar!
Potlood/ pen + kladpapier (gum?)
De rest van de spullen van tafel.

20 minuten (10 min. extra voor dyslecten)

Klaar - even iets voor jezelf doen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions