Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Spreekwoorden en uitdrukkingen
Wat is de betekenis van:
De appel valt niet ver van de boom
A
Kinderen lijken vaak op hun ouders
B
Jouw eigen kind of kinderen
C
Het is nergens beter dan thuis
D
Mensen veranderen
1 / 10
suivant
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Cette leçon contient
10 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Wat is de betekenis van:
De appel valt niet ver van de boom
A
Kinderen lijken vaak op hun ouders
B
Jouw eigen kind of kinderen
C
Het is nergens beter dan thuis
D
Mensen veranderen
Slide 1 - Quiz
Wat is de betekenis van:
Geen kind hebben aan iemand
A
Geen kinderen hebben
B
Jouw eigen kind of kinderen
C
Heel goede vrienden zijn
D
Geen last van iemand hebben
Slide 2 - Quiz
Wat is de betekenis van:
Iemand met open armen ontvangen.
A
Geen last hebben van iemand.
B
Het fijn vinden dat iemand er is.
C
Iemand enthousiast ontvangen.
D
Mensen veranderen.
Slide 3 - Quiz
Wat is de betekenis van:
Het zijn dikke vrienden
A
Ze zijn allebei dik
B
Heel goede vrienden zijn.
C
Mensen veranderen
D
Kinderen lijken vaak op hun vrienden
Slide 4 - Quiz
Wat is de betekenis van:
Je eigen vlees en bloed.
A
Jouw eigen kind of kinderen.
B
Heel goede vrienden zijn.
C
De appel valt niet ver van de boom
D
Je eigen vlees kopen.
Slide 5 - Quiz
Wat is de betekenis van:
Jong geleerd, oud gedaan.
A
Je kan iets pas als je ouder bent.
B
Kleine kinderen worden groot.
C
Van iets wat je jong leert, heb je later veel voordeel
D
Op school leer je voor later.
Slide 6 - Quiz
Wat is de betekenis van:
Kleine kinderen worden groot.
A
Je wordt steeds groter.
B
Mensen veranderen.
C
Jong geleerd, oud gedaan.
D
De appel valt niet ver van de boom.
Slide 7 - Quiz
Wat is de betekenis van:
Oost west, thuis best.
A
Het gras is altijd groener bij de buren
B
Thuis staat in het oosten.
C
Je eigen bed slaapt het lekkers.
D
Het is nergens beter dan thuis.
Slide 8 - Quiz
Wat is de betekenis van:
Van je familie moet je het hebben.
A
Een familielid bezorgt je soms nadeel, zonder dat je dat verwacht had.
B
Iemand enthousiast ontvangen.
C
Iets met familie.
D
Heel goede vrienden zijn, net zoals je familie.
Slide 9 - Quiz
Wat is de betekenis van:
Oud en wijs genoeg zijn.
A
Ik kan het zelf!
B
Ik kan het zonder hulp van mijn ouders.
C
Mensen veranderen.
D
Verstandig genoeg zijn om je eigen beslissingen te nemen.
Slide 10 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Leerjaar 1 Nederlands Thema 1: Spreekwoorden
Septembre 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1
Spreekwoorden/ Uitdrukkingen
Octobre 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Nederlands - H1 Spreekwoorden en uitdrukkingen
Novembre 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Leerjaar 1 Nederlands Thema 1: Spreekwoorden
Août 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1
5.5 woorden, Spreekwoorden/ Uitdrukkingen
Février 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
Spreekwoorden/ Uitdrukkingen
Avril 2022
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
Spreekwoorden/ Uitdrukkingen
Février 2023
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2
Spreekwoorden/ Uitdrukkingen
Avril 2023
- Leçon avec
46 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2