Frambozenvla, muisjes en zoute drop

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Frambozenvla, muisjes en zoute drop.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel


Ik kan de vragen over de tekst en over de film beantwoorden. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

woordbegrip
strooisels
=
alles wat gestrooid kan worden zoals fruithagel, vlokken, chocolade hagelslag...etc.


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

woordbegrip
broodbeleg

Dat wat je op boterhammen of broodjes legt of smeert. Bijvoorbeeld; jam, pindakaas, hagelslag, worst...ect.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

woordbegrip
Schappen

Een schap is plank aan de muur of in een kast, een legplank. Een schap is ook een stellage om iets op te zetten (een plankenkast, dus de kast zelf). De producten in de supermarkt staan in de schappen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We lezen de tekst
Frambozenvla, muisjes en zoute drop
Marc ter Horst

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederlandse supermarkten zijn super in het aanbod in ......

Slide 8 - Question ouverte

toetjes, broodbeleg en drop
Wat betekent broodbeleg?
A
Vers gebakken brood.
B
Brood voor de eendjes.
C
Stukjes brood door de vla.
D
Wat je op je brood doet!

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zit er fruit
in fruithagel?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt melkchocolade, pure chocolade en ......
A
witte chocolade
B
zwarte chocolade

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem zoveel mogelijk broodbeleggen.....

Slide 12 - Question ouverte

chocoladepasta, speculaaspasta, pindakaas, hagelslag - puur, melk, wit, fruit/
vlokken puur, melk, wit, gekleurd,
muisjes
gestampte muisjes
......
Nederlanders zijn....
A
de grootste snoepers ter wereld.
B
de grootste zuurpruimers ter wereld.
C
de grootste dropeters ter wereld.
D
de grootste mensen ter wereld.

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke drop is zouter en waarom?
Zoute drop of zoete drop?

Slide 14 - Question ouverte

In zoute drop zit minder zout dan in zoete drop. In de zoete drop zit gewoon meer suiker. Daardoor proef je het zout niet. 
We kijken naar een aflevering van klokhuis.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer trakteer je op roze muisjes, wanneer trakteer je op blauwe muisjes, wanneer trakteer je op oranje muisjes? Geef drie antwoorden.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe krijgen de muisjes hun suikerlaagje?
A
Met water en suiker.
B
Met poedersuiker en een suikeroplossing.
C
Met zout en karamel.
D
Met poedersuiker en een zoutoplossing.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft chocoladehagelslag bedacht?

Slide 19 - Question ouverte

Een dikke 100 jaar geleden heeft een chocolademaker uit Amsterdam hagelslag bedacht. Gewoon door chocolade door een pers te halen. 
Opdracht
Bedenk

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe komt het dat "die dingen" muisjes noemen?
A
Ze hebben een snuitje.
B
Ze hebben vier pootjes.
C
Ze hebben een staartje.
D
Ze hebben een vachtje.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel Funnies zaten er in het pak hagelslag?
A
23
B
24
C
25
D
26

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel blauwe muisjes zaten er in het pak hagelslag?
A
500
B
250
C
150
D
?

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Klaar!

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions