Kust in beweging

1.2 De kust in beweging
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.2 De kust in beweging

Slide 1 - Diapositive

-Vandaag:
 
-Herhaling kusttypen
- Processen van opbouw en afbraak
- Aan de slag met 1.2

Slide 2 - Diapositive

Zachte kust
Harde kust
Dijken
Dam
Strand
Natuurlijke oorsprong
Door de mens aangelegd. 

Slide 3 - Question de remorquage

Hier mengt zoet water met zout water
A
Waddenkust
B
Estuarium
C
Duinkust
D
Harde kust

Slide 4 - Quiz

Kenmerkend voor wadden is ...
A
veel sedimentatie en ze vallen droog
B
veel sedimentatie en altijd onder water
C
veel erosie en ze vallen droog
D
veel erosie en altijd onder water

Slide 5 - Quiz

Waar in het estuarium is het verschil tussen Eb en vloed het grootst?
A
A
B
B
A
A
B
B

Slide 6 - Quiz

Leg uit waarom Estuaria zwakke plekken zijn in de kustverdediging

Slide 7 - Question ouverte

Beschrijf het ontstaan van duinen in 3 stappen.

Slide 8 - Question ouverte

Dynamisch systeem
  • Zandverplaatsingen en stromingen maken de kust tot een systeem dat steeds beweegt en verandert: een dynamisch systeem. 
  • De kustverplaatsing verloopt vooral in noordoostelijke richting. 
  • Tal van kustprocessen zorgen voor opbouw en afbraak van de kust onder invloed van de krachten van wind en water. 

Slide 9 - Diapositive

Wind
De wind is een van de voornaamste krachten in het kustproces. De overheersende windrichting is vanuit het zuidwesten. Zandverlies betekent kusterosie.

Vooral bij stormen veel afslag. 
Hersteld natuurlijk bij stabiele kusten
Tenzij: structurele erosie: wind en getij nemen zand mee. 

Slide 10 - Diapositive

Golven
De golfsnelheid is in diep water hoger. Daardoor sedimentatie bij de kust. 
Golven schuin op de kust veroorzaken stranddrift. Daarbij wordt zand gemiddeld in noordoostelijke richting verplaatst.

Slide 11 - Diapositive

Getijden
De getijdenstroming is het gevolg van aantrekkingskracht van maan en zon. 
De positie daarvan resulteert in hoogtij en laagtij, kentering, springtij en doodtij.

Slide 12 - Diapositive

Springtij: de kracht van de zon en de maan werken in elkaars verlengde.

Slide 13 - Diapositive

Doodtij: wanneer de aantrekkingskrachten van maan en zon haaks op elkaar staan.

Slide 14 - Diapositive

Wanneer is er de hoogste waterstand?
A
Doodtij
B
Hoogtij
C
Kentering
D
Springtij

Slide 15 - Quiz

Getijden
De vloedstroom loopt sneller dan de ebstroom. Daardoor is de sedimentatie groter dan de erosie.  
Netto effect is dus opbouwend!

Opstuwing is een samenspel van wind en hoogwater. Opstuwing levert vooral overstromingsgevaar op in vernauwingen langs de kust.

Slide 16 - Diapositive

Zeestromingen
Zgn. reststroom van golfstroom
Van zuidwest naar noordoost langs kust
weinig invloed op kustprocessen 
door lage stroomsnelheid

Veroorzaakt in combinatie met getijstromingen en de  wind "wandelende eilanden"

Slide 17 - Diapositive


Slide 18 - Question ouverte

Nu kan je verder aan de slag met de vragen van 1.2


Maak:
Opdracht 1 t/m 7

Slide 19 - Diapositive