Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Algemene Economie-7
De Economishe ontwikkeling in de tijd
Slide 1 - Diapositive
Programma Les 1
Hoofdstuk 1: De economische ontwikkeling
Nominaal en reëel nationaal inkomen
Economische groei
Nationaal inkomen is afhankelijk van de structuur en conjunctuur.
Slide 2 - Diapositive
Hoofdstuk 1
De Economische ontwikkeling
Slide 3 - Diapositive
De macro-economie bestudeert de samenhang tussen totaalgrootheden zoals nationaal inkomen en bruto nationaal product, werkloosheid en werkgelegenheid, inflatie en het saldo op de betalingsbalans.
=> macro-economische variabelen.
Deze macro-economische variabelen liggen niet vast, maar veranderen in de loop van de tijd.
Slide 4 - Diapositive
Belangrijkste macro-economische variabele =>
Het nationaal inkomen
Al het verdiende inkomen door de bevolking van een bepaald land in één jaar (loon + pacht + rente + winst)
Nominaal Nationaal Inkomen: Het nationaal inkomen in geld uitgedrukt
Reëel Nationaal Inkomen:
Het nationaal inkomen gecorrigeerd voor prijsstijgingen (=> koopkracht)
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Cijfers GDP (Gross Domestic Product) Aruba
Economische groei =
Toename van het reële nationaal inkomen
=> productie
=> Toename productiecapaciteit nodig
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Was er sprake van economische groei in jaar 2015 t.o.v. 2014?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quiz
Is de koopkracht gestegen in jaar 2019 t.o.v. 2018?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
Productiefactoren kapitaal, arbeid, natuur en ondernemerschap bepalen de productiecapaciteit
Gebruik van de productiecapaciteit is afhankelijk van de effectieve vraag, de totale vraag naar goederen en diensten in een land
Slide 11 - Diapositive
Het nationaal inkomen wordt bepaald door
* de omvang van het productie-apparaat => de structuur
* de effectieve vraag => de conjunctuur
Conjunctuur en structuur beïnvloeden elkaar!
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Wat wordt verstaan onder het nationaal inkomen?
Slide 14 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen het nominale en het reële nationaal inkomen?
A
De afschrijvingen op kapitaalgoedenen
B
Reële is per capita en het nominale niet
C
Reële geeft de koopkracht weer en het nominale niet.
D
Reële is bepaald op basis van werkelijke cijfers en het nominale niet.
Slide 15 - Quiz
Het nominale nationaal inkomen van een land is gestegen met 3%. Is er sprake van economische groei? Leg uit
Slide 16 - Question ouverte
Is op lange termijn economische groei mogelijk zonder toename van de productiecapaciteit?
A
Ja, want op lange termijn stijgt het nominale nationaal inkomen.
B
Nee, want voor economische groei is toename van de productie nodig.
C
Ja, want op lange termijn stijgt de effectieve vraag
D
Nee, want de productiefactoren liggen vast op lange termijn.
Slide 17 - Quiz
Maak af: De effectieve vraag bestaat uit de vraag van de gezinnen, bedrijven .........
Slide 18 - Question ouverte
STRUCTUUR
CONJUNCTUUR
Slide 19 - Question de remorquage
Vragen?
Slide 20 - Diapositive
Wat heb je geleerd?
Slide 21 - Diapositive
Nominaal nationaal inkomen is het inkomen in geld.
Het reëel nationaal inkomen is het inkomen gecorrigeerd voor prijsstijgingen.
Economische groei is toename van het reëel nationaal inkomen.
Dit is alleen mogelijk als de productiecapaciteit ook toeneemt.
Het nationaal inkomen wordt beïnvloedt door de structuur en de conjunctuur