BS 4 en 5 Cellen en Chromosomen

BS 4: Cellen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

BS 4: Cellen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
*Je kunt de verschillende onderdelen van een cel benoemen en weet welke      functie ze hebben.
*Je weet de verschillen tussen een dierlijke en een plantaardige cel
*Je weet:  - wat chromosomen zijn
                     - waar chromosomen zich bevinden
                     - waaruit chromosomen bestaan
 * Je weet wat geslachtschromosomen zijn en weet welke van de man zijn en welke van de vrouw

Slide 2 - Diapositive

Dierlijke cel                    

Slide 3 - Diapositive

Onderdelen van de cel
    In zowel plantencel als dierijke cel
* Celmembraan - Dun vlies om de cel (buitenste laagje van het cytoplasma)
* Cytoplasma - Stroperige vloeistof die bestaat uit water en opgeloste stoffen.
* Celkern - Bolletje in de cel, deze regelt alles wat er in een cel gebeurd.
* Kernmembraan - Dun vlies om de celkern

   Alleen in Plantencel
* Vacuole - "Blaasje" gevuld met water en wat opgeloste stoffen. Oudere cellen 1 grote vacuole,        jonge cellen meerdere kleine vacuolen.
* Celwand - Stevige laag om de cel 
* Intercellulaire ruimten - Kleine holten tussen de cellen in
Onderdelen van de cel
    In zowel plantencel als dierijke cel
* Celmembraan - Dun vlies om de cel (buitenste laagje van het cytoplasma)
* Cytoplasma - Stroperige vloeistof die bestaat uit water en opgeloste stoffen.
* Celkern - Bolletje in de cel, deze regelt alles wat er in een cel gebeurd.
* Kernmembraan - Dun vlies om de celkern

   Alleen in Plantencel
* Vacuole - "Blaasje" gevuld met water en wat opgeloste stoffen. Oudere cellen 1             grote vacuole, jonge cellen meerdere kleine vacuolen.
* Celwand - Stevige laag om de cel
* Intercellulaire ruimten - Kleine holten tussen de cellen in.
* Bladgroenkorrels: Hierin vindt fotosynthese plaats en ze geven de plant zijn groene kleur

Slide 4 - Diapositive

Oké, we hebben dus plantaardige en dierlijke cellen.. maar welke is ook al weer wat?
Dierlijke cel
Plantaardige cel
Schimmel

Slide 5 - Question de remorquage

Wat is de functie van elk onderdeel van een plantencel? Leerdoel: Je kent de onderdelen van een plantencel met hun functie
Regelt alles wat er gebeurt in de cel
hierdoor is de cel stevig
Regelt welke stof de cel in en uit gaan
zorgt voor een stevige laag om de cel heen
Stroperige vloeistof, hierin liggen de celkern en de bladgroenkorrels
Geeft de plant zijn groene kleur en maken voedingsstoffen 
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Vidéo

BS 5: Chromosomen

Slide 8 - Diapositive

Geslachtschromosomen in lichaamscellen

Geslachtschromosomen
  • X- chromosoom
  • Y- chromosoom
XX
XY

Slide 9 - Diapositive

Geslachtschromosomen

Het 23ste paar noem je de geslachtschromosomen


Dit is bij en meisje XX

Dit is bij een jongen XY (2 verschillende chromosomen)

Slide 10 - Diapositive

Karyogram (chromosoomportret)

Slide 11 - Diapositive

Geslachtschromosomen 

Slide 12 - Diapositive

Even Samengevat
* Chromosomen zijn dus lange, dunne draden in de celkern van iedere cel. 
* Ze bestaan uit de stof DNA en eiwitten. 
* Ze bevatten de informatie van al je erfelijke eigenschappen. 
* De helft van jou chromosomen is afkomstig van je moeder (eicel) en de helf van je vader                   (zaadcel)
* Iedere gewone lichaamscel heeft 46 ,(oftewel 23 paar) chromosomen in de celkern.
* 1 van die paren bepalen of je een jongen of meisje bent, dit zijn de geslachtschromosomen.            vrouwen hebben XX en mannen hebben XY.
* Zaadcellen en eicellen hebben maar 23 chromosomen in de celkern, namelijk van ieder paar 1,     zodat het er na samensmelting weer 46 zijn.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo