5.11 Woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 5.11 Woordenschat
1.	Lesopening
2.	Terugblik
3.	Lesdoel
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van Nederlands op tafel en doe hem open op bladzijde 200.

2. Terugblik

Wat zijn schooltaalwoorden ook alweer?

Wat is het stappenplan wanneer je een moeilijk woord tegen komt. 

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- ken je de betekenis van een aantal nieuwe schoolwoorden

- weet je hoe je de betekenis van moeilijke woorden uit een tekst kan halen

Instructie

Tegenstelling

Als je een woord leest dat je niet begrijpt, lees je een stukje terug of een stukje verder. Soms zie je dan iets dat het tegenovergestelde is van het moeilijke woord. Dat helpt je om het moeilijke woord te begrijpen. 

Synoniem

Een ander woord met dezelfde betekenis.

De anderen zijn nog niet klaar, maar ik ben .... begonnen met mijn werk.

1. reeds
2. relatie
3. betreffende
4. steeds

Een .... van het voorjaar is, dat het steeds langer licht blijft.

1. voordeel
2. nadeel
3. hoofdzaak
4. bijzaak

De racebaan is hier sinds 1948 ........

1. gestart
2. gevestigd
3. ingesteld
4. aanbevolen

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig opdracht 23 en 24 op blz 200/201.

Ben je klaar.

Dan kijk je je werk na.

Zit je thuis, dan stuur je mij de foto's van het gemaakte werk

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Huiswerk:

Maandag 17 mei 

Opdr 23 en 24 af