HH arbeidsmarkt 3T1

HH arbeidsmarkt
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

HH arbeidsmarkt

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een aantal arbeidsmotieven

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Arbeidsmotieven zijn
A
dingen waar je kan werken.
B
taken waar je goed in bent.
C
redenen om te willen werken.
D
alle antwoorden zijn goed.

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je een VMBO-TL diploma hebt gehaald kun je geschoold werk doen.
A
Juist, want je hebt een opleiding gehad
B
Onjuist, want je hebt geen opleiding gehad
C
Onjuist, want je hebt geen vakopleiding gehad.
D
Juist, want je hebt geen opleiding gehad

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is er bij de volgende beroepen sprake van geschoold werk of ongeschoold werk? Kies de juiste antwoorden.

Kok
A
Geschoold
B
Ongeschoold

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

I: Voor geschoold werk heb je een diploma nodig
II: Vakkenvuller is een voorbeeld van ongeschoold werk.
A
I is juist en II is onjuist
B
I is onjuist en II is juist
C
Beiden zijn onjuist
D
Beiden zijn juist

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat erin een CAO?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een CAO?
A
Afspraken over rechten & plichten van werkgevers die gemaakt zijn door vakbonden
B
Afspraken over rechten & plichten gemaakt door werkgevers, vakbonden en hun leden, voor werknemers
C
Alles op het gebied van plichten voor werknemers
D
Alles op het gebied van rechten en plichten voor werkgevers

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn brutoloon is 1880 euro. Daarop wordt €180,- aan loonbelasting en €100,- aan sociale premies ingehouden. Wat is mijn nettoloon?
A
1600,-
B
€1700,-
C
€1780,-
D
€2160,-

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Je betaalt belasting en premies over je inkomsten.


Je doet vrijwilligerswerk.
=

Je betaalt geen belasting over je salaris
=
Zwart werk
Grijs werk
Wit werk

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraak over het minimumloon is juist? Het minimumloon is:
A
het laagste loon in een bedrijf.
B
het loon dat je minimaal moet ontvangen als je werkt.
C
.het loon na belastingen en premies
D
een ander woord voor de bijstand.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de bedrijven naar de juiste productiesector
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
UWV
Landbouwbedrijf
Kledingfabriek
Instagram

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn verschillende ondernemingsvormen en bijbehorende rechtsvormen. Bij sommige ondernemingsvormen ben je bij schulden met je privévermogen aansprakelijk. Bij welke ondernemingsvormen is dit? Sleep de ondernemingsvormen naar het juiste vak.
Rechtsvormen waarbij je WEL met je privé-vermogen aansprakelijk kan worden gesteld. 
Rechtsvormen waarbij je NIET met je privé-vermogen aansprakelijk kan worden gesteld. 
Vennootschap onder Firma
Naamloze Vennootschap
Eenmanszaak
Besloten Vennootschap

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de beroepsbevolking?
A
Iedereen die werkt of werkloos is
B
Iedereen die werkt
C
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt
D
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of wilt werken.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De beroepsbevolking is....
A
Het aanbod van arbeid
B
De vraag naar arbeid

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is werkgelegenheid?
A
Geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid
B
Als het aanbod van arbeid groter is dan de vraag
C
aanbod van arbeid van de beroepsbevolking
D
bestaat uit alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid

Slide 16 - Quiz

A = arbeidsmarkt
B = werkloosheid
C= beroepsbevolking
D = werkgelegenheid
De werkgelegenheid is de ......
A
Vraag naar arbeid
B
Aanbod van arbeid

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De algemene wet gelijke behandeling verbiedt de werkgever onderscheid te maken op basis van:
A
Leeftijd
B
Geslacht
C
Afkomst
D
Religie

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Arbeidsparticipatie
A
iedereen van 15 t/m de pensioen die werkt of werkloos is
B
Arbeidsdeelname: percentage van de bevolking dat bij de beroepsbevolking hoort
C
Alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid
D
het geheel van vraag en aanbod naar arbeid

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions