3V Fi 7.5 Ethiek

• Filosofie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Deze les:

• PO Feng Shui doornemen
• Huiswerk bespreken 
• Ethiek binnen het confucianisme en taoïsme 

Huiswerk nakijken

Opdracht 7 t/m 12 van par. 4

en verdiepingsopdrachten 3 - 5

Paragraaf 5: ethiek (1)

Wat is dat ook alweer?

Nadenken over goed en kwaad

Belangrijk voor ethiek: gaat uit van de goedheid van de mens

Dit is iets heel anders dan: onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. 

Familie of clan

Familie = belangrijkste microkosmos en is dus van wezenlijk invloed op de orde in het grote geheel --> macrokosmos

Basis voor zedelijkheid, het geheel van waarden en normen =

De elementaire relaties binnen de familie (vader en zoon; echtgenoot en echtgenote; oudere en jongere broer, etc.)

Vanuit de familie moet de zedelijkheid zich verder verspreiden...

Iedereen heeft een titel, plaats of positie en daarbij hoort bepaalt gedrag wat je dus ook hoort te vertonen.

Hoe kun je weten dat de mens van nature goed is? (Mencius antwoord) 

1. Alle kinderen weten van nature hoe ze van hun ouders moeten houden.
2. Mensen helpen elkaar spontaan en intuïtief

Je beschikt als mens over aangeboren kennis van het goede en over het vermogen het goede te doen. 

Kwaad

Het kwaad is niet eigen aan onze natuur, maar een gevolg van bv. beperkte zelfkennis, gebrekkige opvoeding, verkeerde omgeving.

Dit kwaad moet je overwinnen...

Neo-confucianisme: 

Je moet weten en doen niet scheiden = je kunt alleen zeggen dat je kennis van het goede hebt als je het goede ook doet.

Taoïsten: nadruk op de eenheid in de werkelijkheid. 

Het onderscheid dat je als mens aanbrengt is kunstmatig en doet de diepe eenheid (dao) tekort.

Zij geven dus de voorkeur aan niet oordelen, maar spontaan en intuïtief handelen. Daarbij moet je de werkelijkheid nemen zoals hij is.

Waardoor zou de mens zijn natuur en spontaniteit juist kunnen verliezen volgens taoïsten?

Huiswerk

Opdracht 13 - 15 

verdiepingsopdracht 6

¨Omwille van het streven naar een ongekunsteld en natuurlijk bestaan propageerden de taoïsten dan ook het terugtrekken uit de gekunstelde maatschappelijke werkelijkheid.¨

Voor wat voor soort leven (religie) zou dit het aanknopingspunt zijn? 

Boeddhisme verspreidde zich vanuit India naar China... 

Bij mij thuis...

1. wordt aan meditatie /mindfullness gedaan
2. staat er ergens een boeddhabeeld
3. vinden we het inspirerend verschillende geloven te combineren
4. hebben we helemaal niets met (andere) religies.

Boeddhisme in China

• Geïntroduceerd via de ´zijderoute´.
• Boeddhistische monniken trekken zich terug uit het maatschappelijke leven van alledag om zich te richten op de        Ware Werkelijkheid
• Het boeddhisme kon zich in China aansluiten bij het taoïsme door het begrip dao (De Weg, het wezen van alle dingen)

Confucianisme: bezwaren tegen boeddhisme

• Asociale levensbeschouwing
• Je neemt je verantwoordelijkheid dus niet
• Ethisch onontwikkeld
• Egoïstisch

Daarom: alleen zenboeddhisme

• Meer praktisch vorm van boeddhisme: ook in de gewone werkelijkheid was verlichting mogelijk. 
• Alles kan je ´zen´ doen: als het maar onthecht, ontspannen, los en in harmonie is. 

Opdrachten bij deze paragraaf maken. 

Is ook huiswerk.

Rest van dit uur: werken aan de PO